- 30 - We moeten natuurlijk hiervoor wel een goed punt uitzoeken. Niemand heeft dit graag voor de deur. De heer Vogels denkt aan de Ettenseweg. Mevr. van den Bemd denkt aan de Sofiastraat. De wethouder gaat verder over de aanleg van de gravelbanen. Die zullen moeten worden aangelegd want de huidige banen zijn onverantwoord om nog langer op te spelen vooral met vochtig weer. Het profiel is er helemaal af. Op de meeste plaatsen zijn ze zo goed mogelijk door mensen van openbare werken bijgehouden, maar het materiaal is klaarblijkelijk van dien aard dat het zijn langste tijd heeft gehad. De vereniging draait goed. Hij dacht dat het de wens van deze vereniging was om deze oude banen te vervangen door gravel. En hij heeft dan ook in het investeringsplan gezien dat de raad daar niet te veel moeite en problemen mee heeft. De heer Goos vraagt hoe de wethouder er over denkt om inbreng van eigen mensen in aanvulling met de W.S.W. De wethouder kan hier zo geen antwoord op geven. Dat zal met openbare werken bekeken moeten worden. Maar het idee hoe goedkoper die tennisbanen aangelegd kunnen worden hoe beter. Het moet natuurlijk wel deskundig gebeuren. Dit moet intern besproken worden. Mevrouw van den Bemd zegt dat hij er in november mee in de raad had moeten komen, maar mevrouw van den Bemd had gezegd dat hij wel moest zorgen voor meerdere offertes. Om deze offertes binnen te krijgen heeft hij hard moeten werken zodat deze in december binnen waren. Hij moet er verder mee want nadat G.S. toestemming hebben gegeven en voordat men aan het werk is, is het zo 1 april. Dan wil de tennisvereniging op de vier banen spelen. De heer Verpaalen interrumpeert en zegt dat de belangrijkste offerte er dan nog niet bij is. En dat is de offerte van de eigen mensen. De heer van Kuijck antwoordt natuurlijk, maar die zal nadien nog bekeken moeten worden. Hij komt daar straks wel op terug. De heer Vogels zegt dat hij nog geen antwoord heeft gehad op de vraag wie "men" is op blz. 4 van het investeringsplan i.v.m. de paardensport. De heer van Kuijck antwoordt dat die "men" de heer van Miert is. Die heeft opdracht om de eigenaren van de gronden die de gemeente op het oog heeft te benaderen of dat er eventuele mogelijkheden zijn. De heer van Miert behartigt de laatste jaren alle transacties voor de gemeente Ri jsbergen. Mevr. van den Bemd vraagt in hoever het gemeentebestuur een rol van bemiddelaar tussen bezwaarmakers en bedrijf kan spelen en hoever het gemeentebestuur eventueel kan gaan. De voorzitter antwoordt dat dit afhankelijk is van de omstandigheden. Mevr. van den Bemd antwoordt dat dit wel een diplomatiek antwoord is maar dat ze daar niets aan heeft. Ze bedoelt er het volgende mee: Embregts had op de Noordhoek een goede lokatie kunnen hebben. Maar er kwamen bezwaren. Er is door het gemeente bestuur niet in bemiddeld. Ze weet ook niet of het helemaal de taak van de gemeente is. Maar als dat niet het geval is dan zal men het toch wel met haar eens zijn dat wanneer Embregts gaat verhuizen naar Voorbraak dat daar eveneens en in dit geval misschien wel terecht enorm veel bezwaren zullen komen. Zowel van Rijkswaterstaat als van bewoners. Daar is nog met geen woord over gerept.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1981 | | pagina 82