m
- 7 -
mogelijkheid om de heer Jansen te laten bouwen en in te bedden en om
de omgeving verder te beschermen. Dat is het verschil met de vorige keer.
Hij vraagt of men verschil ziet in deze bouwaanvrage ten opzichte van de
aanvraag van Embregts aan de Ettenseweg.
Dhr. Daemen zegt dat men het er in de commissie ruim voldoende over gehad
heeft en dat er een ding voorop stond n.l. de heer Jansen helpen. Er is toen
dat postzegelplan uitgerold. Dat zal inderdaad lang gaan duren bovendien
kost dat de aanvrager veel geld. Hij is geneigd als dit voor de heer
Jansen toch op z'n minst hetzelfde gunstig effect heeft met het voorstel
van B&W mee te gaan. Daar is de heer Jansen toch het beste en het snelste
mee gebaat.
Dhr, van den Bemd wil alleen zeggen, uit alle correspondentie die er lag over
de heer Jansen blijkt dat er wederzijds fouten gemaakt zijn. Dat wordt ook
bevestigd door de stedebouwkundigeHij heeft hier al meer gepleit in de
afgelopen jaren voor de heer Jansen. Zijn standpunt is duidelijk. Nu dat
slechte nieuws van het bestemmingsplan ook weer op ons afkomt vindt hij
dat men niet snel genoeg de heer Jansen tegemoet kan komen om die zaak zo
ordelijk mogelijk te laten verlopen. Hij kan zich heel goed indenken in de
redenering van de heer Vogels. De sporthal, door allerlei kappingen aan bos
en heggen, ziet men ook heel ver in de omtrek en is ook geen fraai gezicht.
De grenskantoren die men gaat vestigen aan de nieuwe E-10 zullen precies
hetzelfde effect geven omdat er geen enkel groen blijft staan.
Mevrouw van den Bemd zegt dat de voorzitter het zojuist gehad heeft over het
commissieverslag maar daar blijkt niet uit dat de heer Jansen gezegd zou
hebben dat hij in het geheel geen belangstelling heeft voor het bedrijven
terrein. Hij heeft gezegd dat hij in zijn totaliteit geen belangstelling
heeft. Maar dat hij wel belangstelling blijft houden voor 5000 meter en dat is
een heel ander antwoord. Men kan het natuurlijk interpreteren naar gelang men
zelf wil. Maar dat is wat het commissieverslag betreft. De aanvrage ing.
art. 19 WRO komt allemaal wel mooi over, alsof het naar buiten toe erop lijkt
dat men eens eventjes gaat helpen maar naar haar idee komt het niet over als
hulp. Zij voelt gewoon op haar klompen aankomen dat betrokkene in dit geval
niet geholpen wordt. Zijn gegevens worden gewoon bij de Provincie kenbaar
gemaakt. Dan zit hij daar als bekende van de Provincie. Als hij de volgende
keer dan nog eens moet komen met een bestemmingswijziging dan zal hij
evenmin geholpen worden. Vandaar dat zij er bij blijft om voor te stellen
een planwijziging op te stellen.
De heer Verpaalen wou even terug komen op de woorden van mevr. van den Bemd.
Zij heeft gezegd dat er een aantal vergelijkbare bedrijven geen bouwver
gunning hebben gekregen. Hij vraagt zich af welke bedrijven hier bedoeld
worden. En als tweede opmerking die hem niet zo leuk in de oren klonk
moet hij zeggen dat zij de stedebouwkundige Margry verdacht van partijdigheid.
Mevrouw van den Bemd interrumpeert en zegt dat de heer Verpaalen niet goed
geluisterd heeft want dat is geen uitspraak van haar geweest.
Dhr. Verpaalen zegt dan dat die opmerking die hij dan toch van iemand
gehoord heeft hem onplezierig in de oren klinkt. Hij zegt dat de planologen
en stedebouwkundige naar beste weten hun werk proberen te doen.