ft -21- De voorzitter antwoordt dat dit een zaak is die natuurlijk niet alleen bij de gemeente speelt maar ook bij Brabant Chemie zelf en die hebben wel zoveel adviseurs dat ze echt wel weten aan welke bel ze moeten trekken om subsidie te krijgen. Bovendien moet men twee zaken splitsen: het ene is de bedrijfs- verplaatsing en dat is een zaak van Brabant Chemie zelf met alle mogelijke subsidie die daar aan verbonden is. En de andere is het al dan niet slopen. Als het gesloopt zou worden dan zouden we 87.000,van Vomil krijgen, wordt er niet gesloopt dan zal gekeken moeten worden of Voorbraak toch bereid is om bij te dragen en of die verontreinigde grond niet gezuiverd zal moeten worden. Hij durft er op dit moment echt geen antwoord op te geven. Mevr. van den Bemd vraagt of het niet een beetje voorbarig is om nu als gemeente over Voorbraak te zitten praten buiten Voorbraak om. Men doet alsof het al zover is dat die verplaatsing op korte termijn plaatsvindt, of al gevonden heeft, maar de directeuren zeggen zelf dat nog lang niet bekend is wanneer en in welke vorm verhuizing zal plaats vinden. Zij vindt het wel voorbarig. De voorzitter vindt dit niet voorbarig. Men heeft al herhaalde malen met Voorbraak gesproken. Alles moest op haren en snaren gesteld worden om subsidie vast te leggen. Fijnaart heeft optie verleend daar wil men ook wel weten waar men aan toe is, omdat men dat terrein natuurlijk ook niet vrij kan blijven houden. De eerste subsidie-toezegging is nu inmiddels binnen. De heren Voorbraak weten echt wel waar het over gaat. Mevr. van den Bemd antwoordt dat de heren Voorbraak natuurlijk wel weten waarover het gaat, maar waar het haar om gaat is dat het nog niet zeker is wanneer die verplaatsing plaats gaat vinden en dat het wel definitief Fijnaart gaat worden. De toestand is toch nog onzeker. De voorzitter zegt dat dit mogelijk is. Maar wanneer men niets van Voorbraak hoort dan gaat men op die gegevens verder. Als Voorbraak andere plannen heeft dan moet hij dat hier deponeren en kan de gemeente zich naar die nieuwe plannen richten. Mevr. van den Bemd zegt dat de raad zelf met nieuwe plannen voor de dag komt. De voorzitter antwoordt dat dit voor Voorbraak niet terzake doet. Het enige wat voor Voorbraak ter zake doet zijn de centen. Voorbraak kan alleen verhuizen als er geld op tafel komt. Enerzijds voor aankoop van bedrijf, anderzijds voor bedrijfsverplaatsing. En als dat niet lukt dan blijft Voorbraak zitten met alle consequenties vandien. Mevr. van den Bemd zegt dat het haar niet gaat om de aanvraag van de subsidies. Het gaat er bij haar alleen om dat men aan Voorbraak al een bepaalde bestemming wil geven. De voorzitter zegt dat dat ook de zaak van Voorbraak niet is, dat is de zaak van de gemeente. Voorbraak weet van de bestemming bouwterreinen af. Of anders wordt het een zaak van Embregts al dan niet met Jacobs. Er is geen zekerheid maar de gemeente moet verder. Wethouder Nooren wil als eerste antwoord geven op het gestelde door de heer Vogels inzake het herstraten van de Kap.L. de Nijsstraat. Er moet iets gebeuren. Hij vindt toch dat de gedachten van de heer Goos uitgeprobeerd moeten worden voordat er weer begonnen wordt aan het herstraten. Dat is dan in tegenspraak met wat Werknemersbelangen wil. Maar hij dacht dat het toch wel de moeite waard was om te proberen of dit misschien de oplossing is voor Embregts. Er is nog geen zekerheid of wel of niet door kan gaan. Maar als het wel zo is dan is het niet zinvol om de Kap.L. de Nijsstraat te gaan bestraten. Er kan misschien op korte termijn meer wijsheid hierover komen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1981 | | pagina 73