m
I
- 5 -
gekomen is. Zij gelooft dat op dat moment twee fouten gemaakt zijn. Ze wil
niet het woord nalatigheid meteen gebruiken, maar volgens haar is door
beide partijen een fout gemaakt. Voor zover je over een fout kunt spreken.
De betrokken aanvrager heeft nagelaten op dat moment bezwaar te maken tegen
het inpassen van een agrarisch bouwblok en de gemeente heeft nagelaten de heer
Jansen daarop te wijzen. Dat is misschien wel niet de taak van de gemeente.
Voorzover het de heer Jansen betreft kan ze erin komen. Welke leek was op
dat moment deskundig genoeg om te zeggen van, ik ga bezwaar maken.
De heer Jansen heeft gewoon te goeder trouw gehandeld. Hij heeft er zich niet
druk om gemaakt en elke leek die zich druk maakt kan een heel leven
geschiedenis gaan studeren omtrent de Ruimtelijke Ordening want die wet
zit zo ingewikkeld in elkaar. Dat is voor een leek altijd niet een begrijpelijke
taal. Vandaar dat klare taal briefje. De gemeente had betrokkene wel kunnen
wijzen op het feit wat de gevolgen zouden kunnen zijn. Dat is niet gebeurd.
Maar niettemin betrokkene zat daar en die zit er nu nog. De aanvrage om
een verklaring van geen bezwaar ing. art. 19 van de wet R.O. ziet zij niet
als de oplossing, want een dergelijk standpunt moet door allerlei ambtelijke
molens. Vergelijkbare bedrijven hebben evenmin een bouwvergunning gekregen.
Zij vindt het op dit moment alleen maar een goede zaak als het advies van
de commissie gevolgd wordt zodat het plan ingepast wordt en wel zoals in het
advies van de commissie tot uitdrukking komt onder stringente voorwaarden
zodat er eenmaal een gebouw neergezet kan worden en dat het dan verder afge
lopen is. Het zou een andere zaak zijn als men op dit moment kon zeggen,
je verhuist hier naar een bedrijventerrein, maar ook dat is een gegeven dat
er op dit moment niet is. Zij heeft een heel sterk vermoeden dat het er
de eerst komende jaren niet zal zijn. Vandaar hun advies omtrent dit post-
zegelplan
De heer Huijbregts zegt dat het een gegeven is dat de heer Jansen daar woont
en daar een bedrijf moet uitoefenen. Hij dacht ook als men een bedrijf uitoefent
en gezien de omzet die hij haalt (het is een flink bedrijf) dat die man
zo goed mogelijk moet kunnen werken want anders ziet het er voor die man
wel een beetje bedroevend uit dat hij al zijn spullen buiten moet laten liggen.
Aangaande dit voorval heeft hij nog enkele vragen. Ten eerste waar dient
eigenlijk de commissie Ruimtelijke Ordening voor aangaande dit geval en is
het mogelijk een bestemmingsplanwijziging te realiseren en dhr. Jansen al
vast vooruitlopend op deze wijziging te laten bouwen zoals dat in Rijsbergen
al heel dikwijls is gebeurd. Heel Laguiten staat er vol van. Hij dacht dat
dan dit voor de heer Jansen een goede oplossing was. Wat die hoge land
schappelijke waarden betreft..daar zondigt men ook nog als eens tegen. Verder
zou hij willen vragen wat de kosten zijn van het architectenburo Margry voor
dit plan. Want hij dacht dat de heer Margry zeer bekend was in Rijsbergen
en die al heel veel werk verricht heeft zodat die wel enigszins partijdig
zou kunnen zijn.
De voorzitter zegt dat het in grote lijnen hier op neer komt. Moet het een
planwijziging worden of moet het artikel 19 van de R.O. jo 50 W.W. worden.
Hij zegt dat men een dergelijke zaak eens eerder heeft gehad. De raad heeft op
17 april 1980 ook een bouwaanvrage van de heer Jansen behandeld. Daar heeft
toen het college neen tegen gezegd en de meerderheid van de raad inclusief
de heer Goos was daar toen tegen. Tijden kunnen veranderen en meningen kunnen
veranderen. Die zaak is toen doorgespeeld. De heer Jansen heeft toen beroep
ingesteld en die zaak zou gaan dienen bij de Raad van State en op de dag zelf
op de zitting heeft de heer Jansen zijn beroepschrift ingetrokken. Op dat
moment had hij dus kunnen weten wel bouwen of niet bouwen. Want nu kan men
I