4 op dit moment daarvan niet te overzien zijn. En om de term van postzegels te blijven denkt hij dat die dan ook niet in een album te vatten zijn want dat worden dan hele rekken van albums. Een postzegelplan kan uiteraard ingepast worden maar het stelt ook zijn beperkingen. Het besluit dat nu genomen wordt zal richtinggevend zijn voor de komende jaren totdat het bestemmingsplan Buitengebied aan herziening toe is. En een bestemmingsplan is eigenlijk kontinu aan herziening toe maar dat is in de praktijk niet realiseerbaar. Derhalve zal men wanneer dergelijke gevallen zich meer voordoen, bij de voorbereiding voor de herziening van het bestemmingsplan met dit soort gevallen duidelijk rekening moeten houden. Er zijn gevallen waarin de uitvoering van een bedrijf door een bestemmingsplan of de werking van het bedrijf door een bestemmingsplan beknot wordt en daar zal in de toekomst naar zijn idee meer rekening mee gehouden moeten worden. De ondernemer zoals hij nu gevestigd is op een perceel dat ligt in een gebied met agrarische bestemming is gedoemd om agrariër te blijven. En hij kan zich voorstellen dat op een gegeven moment op een bedrijf argumenten aanwezig zijn om van bedrijfstak te veranderen. Wat die redenen zouden kunnen zijn daar hoeft hij niet op in te gaan, die liggen voor het grootste deel bij het vrije ondernemersschap, maar dat bestemmingsplan staat dat niet toe. En daarom vindt hij dat in de toekomst ruimte geschapen moet worden waardoor gevallen als het onderhavige geholpen kunnen worden zonder een precedent werking, zonder sneeuwbaleffect, zonder lawines. Er is uiteraard grote voorzichtigheid geboden bij dit soort zaken wil men toch de zaak van het Rijsbergs Buitengebied zo landschappelijk ver antwoord mogelijk en zo schoon mogelijk houden. Zorgvuldigheid dient derhalve te worden betracht. Gezien het voorgaande is hij het eens met het college. Voornamelijk is zijn mening gebaseerd op het feit dat de beslissing die genomen wordt een precedentwerking zal hebben voor de toekomst. Hij onder steunt uiteraard gaarne een in te dienen bouwaanvrage zoals het college ook voorstelt. DhrGoos zal het kort houden. Hij is het er niet mee eens dat art. 19 wet R.O. en art. 50 W.W. aangevraagd wordt. Want hij denkt dat men dan hetzelfde krijgt als destijds met de bouwaanvrage van Embregst aan de Ettenseweg. Daar heeft men toendertijd ook een bouwaanvraag voor weg gedaan maar omdat het bestemmings plan geen voorbereidingsbesluit of niks er opgenomen was, was het zondermeer agrarisch gebied en de bezwaarschriften werden allemaal gegrond verklaard. Hij denkt als men het op die manier doetprecies hetzelfde terecht komt als met Embregts. Men weet allemaal dat de heer Jansen daar gevestigd is en men kan hem niet meer weg denken. Want dan hadden er toendertijd maatregelen getroffen moeten worden. Men heeft hem dus toen in eerste instantie vergunning gegeven om zich een jaar te vestigen. Nou is het inmiddels een bestaand feit dat niet meer terug te draaien is. De enigste mogelijkheid om de omgeving te beschermen is het postzegelplan en dan kan er gebouwd worden en kunnen er regels gesteld worden om de omgeving te beschermen. Hij is het eens met wat in het verslag van de commissie ruimtelijke ordening gesteld is Dhr, van Aert zal het ook kort houden er is namelijk al heel veel gras voor zijn voeten weggemaaid. Hij vindt dat voor dit bedrijf zo snel mogelijk iets moet gebeuren. Hij vindt het beste het voorstel van het college te onder steunen om een verklaring van geen bezwaar ing. artikel 19 aan te vragen. Dan kan misschien betrokkene als het een beetje mee zit dit jaar nog de eerste steen leggen. Mevrouw van den Bemd vindt als er zo dadelijk een beslissing wordt genomen dat het een beslissing is waarbij betrokkene geholpen wordt. Het kan zo in de Gelderdonksestraat niet door gaan. Stedebouwkundige heeft al meerdere woorden gebruikt over de aantasting van het landschap. Ze is niet bang voor het scheppen van precedenten. Het feit dat Jansen aan de Gelderdonksestraat gevestigd is is een feit waaromheen men niet zal kunnen. Het was ook in 1974 het geval toen het bestemmingsplan Buitengebied gereed J

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1981 | | pagina 4