- 32 - De heer Vogels is het met de commissie financiën eens. Bovendien klopt de tekst niet. Er staat maximaal 525,70. Als men de laatste paar regels leestvan bladzijde 2 van het schrijven van het ministerie van binnenlandse zaken dan staat daar dat de verhoging tenminste 100,moet bedragen. Bij tenminste 100,hoort geen maximaal. Dit is met elkaar in tegenspraak. Hij kan zich aansluiten bij de mening van de commissie financiën. De heer van den Bemd namens fractiewerkgelegenheidkan volledig instemmen met het stand punt van de commissie financiën. Er is in de raad duidelijk een besluit genomen welke niet voor tweeërlei uitleg verklaarbaar is. Het besluit van de raad was dat per 1 januari 1981 integraal de 12% inhouding op de wedde ten behoeve van het genot van de ambtswoning zou worden ingevoerd. De visie van B&W is daarmede in strijd. Het eigenmachtig optreden van het college is laakbaar temeer omdat het college duidelijk de visie van de raad wist. In deze kwestie wordt iedere keer anders gehandeld. Hij memoreert hier kwesties, als de tuin en andere zaken, verder is onlangs het dak vernieuwd. Er is altijd al een groot voordeel aan de bewoner van dit pand gegeven. DhrNooren merkt in eerste instantie op dat door dhr. van den Bemd is gesteld dat aan de bewoner van het pand een groot voordeel is gegeven. Echter is bij de benoeming door de minister gesteld dat de verminderde inhouding een deel van het salaris zou betreffen. Gezien de opmerking van de financiële commissie moet hij toch constateren dat het college duidelijk verkeerd is. Dat wil hij ook volmondig erkennen. Hij gelooft toch dat de raad die zaak niet opnieuw overhoop moet halen. Want dat zijn dingen die afgedaan zijn. Er is toen destijds een besluit over genomen. En dat is een afgewerkte zaak, Het staat los van deze ontheffingsregeling. We moeten dit er nu niet bij betrekken. Het college dacht aan de raad te mogen voorstellen om die regeling, die door het ministerie voor alle gevallen in Nederland aanvaardbaar is geacht, ook voor Rijsbergen toe te passen.Men moet wel voorzichtig zijn dat men de hoofdzaken en bijzaken niet door elkaar haalt en de zaak op zijn juiste merites moet beoordelen. Hij zou de raad willen vragen om de gedachten van het college te volgen en die overgangsregeling in dit geval ook van toepassing te laten zijn. Dhr, van den Bemd zegt dat de wethouder het vanuit zijn standpunt benadert. Hij benadert het op een andere manier. Dit is ook de wijze van benaderen door de fractie gemeentebelangen. Hij vindt dat de raad het juiste standpunt ingenomen heeft. Hij blijft op dat standpunt staan. Hij vraagt desnoods maar stemming over dit punt. Dhr. Verpaalen zou ook gezien de tijd willen vragen om even tijd voor overleg. De voorzitter schorst de vergadering voor vijf minuten. Na de schorsing wordt besloten tot stemming over dat voorstel over te gaan. Voor het voorstel van het college verklaren zich de heren van Kuijck, Nooren, van Aert, Goos, Huijbregts en Daemen. Tegen verklaren zich de heren Vogels, van den Bemd, Verpaalen, Martens en mevr. van den Bemd. Het voorstel van het college wordt met 6 tegen 5 stemmen aangenomen. Hoofdstuk 2. Dhr. Vogels zegt dat bij post 28 300,staat en op blz. 82 post 268 staat 200, i.v.m. deze keuringen wil hij vragen hoe het staat met de geneeskundige zorg van het stadsgewest^is daar al enig licht in de duisternis. De voorzitter antwoordt dat dat in de raad van december komt. Daar zal men ja tegen moeten zeggen het kan niet anders.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1981 | | pagina 46