- 10 - De voorzitter beaamt dit, want wanneer er geen verklaring van geen bezwaar wordt afgegeven, mogen noch het college noch de raad een bouwvergunning verlenen. Hij vraagt of er iemand stemming verlangt. Geen der leden wenst hierover stemming zodat het voorstel van burgemeester en wethouders wordt aanvaard en een verklaring ex. art. 19 W.R.O. jo. art. 50 W.W. zal worden aangevraagd. Het verzoek om een postzegelplan wordt niet in overweging genomen. 5. ONGEGRONDVERKLARING BEROEPSCHRIFT J.P.M- BAKKER, SINTELWEG 19 TEGEN WEIGERING BOUWVERGUNNING. Dhr. Vogels zou graag van de commissieleden willen horen waarom ze nou zo snel het verzoek van de heer Bakker afwijzen. De voorzitter antwoordt dat de bouwaanvrage niet conform het vigerende plan en niet conform het nieuwe vastgestelde plan is. Bovendien is de urgentie niet aangetoond. Urgentie moet aangetoond worden bij een bouw aanvrage waarvoor een verklaring ing. art. 19 W.R.O. jo. 50 W.W. wordt aangevraagd. Dat is de reden dat geweigerd is. Dhr. Vogels vraagt wat onder urgentie wordt verstaan. De voorzitter zegt dat de noodzaak aangetoond moet worden voor het verbouwen. Dhr. Vogels vraagt of het huis dan nog in een goede staat is. De voorzitter antwoordt dat het huis helemaal niet in goede staat is. Er woont ook niemand in maar het schijnt dat er iemand in moet komen van buiten Rijsbergen. Dhr. Vogels zegt dat dit toch geen bezwaar mag inhouden. De voorzitter antwoordt dat dit wel een bezwaar inhoudt voor gedeputeerde staten om een verklaring van geen bezwaar af te geven. Dhr. Vogels zegt dat in deze tijd van woningnood men een woning niet mag opknappen, omdat het toevallig iemand is van buiten Rijsbergen die erin wil komen wonen. De voorzitter vraagt of dhr. Vogels de tekening heeft gezien. Als men dan ziet wat er nu staat en wat men er weg wil zetten dan ziet men het verschil. Dhr. Vogels antwoordt dat het landschap er alleen maar mooier op wordt. DhrGoos antwoordt dat hij het gedeeltelijk met de heer Vogels eens is. Toen dit punt in de commissie werd behandeld is gesteld dat het een beetje uitvoerig omschreven zou worden waarom dit bouwplan werd afgewezen. Het was wettelijk op geen enkele manier haalbaar. Toen heeft hij nog gesteld wanneer dhr. Bakker helemaal niets mag doen is dit kapitaalvernietiging betreffende dit pandje^hdat zou in feite een jammerlijke zaak zijn. Maar met een ander bouwplan een verbouwplan is het misschien mogelijk dat het huisje aangepast wordt. De voorzitter vraagt of dhr. Goos het pand kent en hoe hij dan over kapitaalsvernietiging kan praten. DhrGoos zegt dat hij niet gelooft dat de heer Bakker het pand voor niets heeft gekregen toen hij het pand gekocht heeft. De voorzitter antwoordt dat hij daar geen boodschap aan heeft. Het gaat over kapitaalvernietiging.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1981 | | pagina 10