- 9
Wethouder Nooren kan niet zeggen welk bedrag juist is. Hij vermoedt
echter dat er twee bedragen door elkaar worden gehaald. Er moet nu voor de
begroting vijf cent bijbetaald worden. In onderhandeling is met CRM of
het mogelijk is dat bepaalde posten vanaf 1974 voor subsidie in aanmerking
komen. Dat is het bedrag vermeld in de notulen. Als dit terug te vorderen
zou zijn van CRM dan krijgt de gemeente dat bedrag terug.
De heer van den Bemd heeft uit het antwoord van de wethouder aan de heer
Goos opgemaakt dat men bij het woonwagenschap thans meer ervaring heeft
opgedaan bij het aanleggen van woonwagenkampen.
Wethouder Nooren zegt dat er twee factoren waren. Men had geen ervaring
in de aanleg, maar ook had men geen ervaring in de kosten welke door CRM
zouden worden vergoed. Zonder ervaring is moeilijk werken. Met het aanleggen
van kampen had niemand ervaring de laatste jaren. Dan blijven er toch
mee- en tegenvallers. Hij denkt aan de grondslag, waardoor de prijzen worden
beinvloed. Bij de aanleg van de eerste twee kampen heeft ook nog meegespeeld
dat zij daadwerkelijk hebben meegewerkt aan de ontlasting van Driekoningenoord.
De heer van den Bemd vindt wanneer in andere gemeenten een kamp wordt
aangelegd dat deze gemeenten ook aan spreiding meewerken.
Vervolgens wordt besloten geen bedenkingen te opperen tegen de overgelegde
begrotingen.
11. VERLENEN EENMALIGE BIJDRAGE AAN STICHTING REGIONAAL OMROEP WEST-BRABANT.
De heer Huijbregts dacht dat men wel bakjes en zenders genoeg had, maar
in de stukken kon men lezen dat men in het andere gedeelte van Brabant de
ervaring heeft dat een regionale omroep een goede zaak is. Vandaar dat hij
met het voorstel zich kan verenigen.
Mevrouw van den Bemd is van oordeel dat een aantal mensen vast goede
bedoelingen heeft. Het kan zelfs voor bepaalde mensen een ontspanning zijn
de komst van een regionale omroep, maar bij haar zijn er enkele punten die
zij er tegenover wil plaatsen.
In de eerste plaats de motie van maart 1980 in de Tweede Kamer, waarin
gesteld is dat de financiering van dergelijke omroepen voor een gedeelte uit
de centrale omroepmiddelen moet komen en voor een andere gedeelte uit de
door provinciale staten vast te stellen verhoging van de omroepbijdrage.
Dan gelooft zij dat men de klok weer terug gaat draaien door een bijdrage te
verlenen uit de plaatselijke middelen.
De voorzitter vindt dat men een onderscheid moet maken tussen de exploitatie
en startsubsidie. Men spreekt nu over startsubsidie.
Mevrouw van den Bemd merkt op dat de aanloopkosten over een periode van
zeven jaar zijn betaald door de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Zodat
men niet helemaal kan spreken over een startsubsidie.
De voorzitter antwoordt dat nu de kosten worden gemaakt. In het verleden was
dit niet veel.
Hierop vraagt mevrouw van den Bemd zich weer af waar men de bijdrage van
de Kamer van Koophandel heeft gelaten.
De voorzitter vindt nu de kwestie van het opzetten van een regionale
omroep op gang komt h@t een goede zaak om een bijdrage in de start te geven.