De heer Martens beaamt dit.
Vervolgens worden de slotwijzigingen vastgesteld.
6. BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET T.B.V. AANSCHAF VAN TURNTOESTELLEN
IN DE GYMZAAL, TEVENS VASTSTELLING VAN DE 22e WIJZIGING BEGROTING ALGEMENE
DIENST 1981.
De heer Vogels meent te weten dat er een evenwichtsbalk is in de gymzaal.
Hij vraagt waarom er een tweede balk moet komen of is er iets met de
bestaande balk aan de hand.
Mevrouw van den Bemd vraagt of de turntoestellen eigendom van de gemeente
worden of van de turnvereniging. Voorts vraagt zij of de turntoestellen
ook gebruikt kunnen worden door andere verenigingen en de schoolkinderen.
Tenslotte vraagt zij of de aanschaf huurverhoging van de gymzaal met zich brengt.
Wethouder van Kuijck zegt dat hij op de vraag ten aanzien van de evenwichts
balk het antwoord schuldig moet blijven. Hij is geadviseerd door de ambtenaar
sportzaken en de turnvereniging. Mocht deze echter overbodig zijn dan wordt
de balk niet aangeschaft. De balk voldoet echter niet meer aan de eisen.
De turnvereniging gaat, nu men aangesloten is bij de bond, op een hoger
niveau werken. Nu men ook aan wedstrijden gaat deelnemen moeten de materialen
van goede kwaliteit zijn.
De turntoestellen blijven eigendom van de gemeente. Deze zijn ook door
andere verenigingen, mits onder deskundige leiding, te gebruiken. Er wordt
hiervoor geen huurverhoging toegepast.
Hierna wordt het krediet verleend.
7. SCHRIFTELIJKE VRAGEN INGEVOLGE HET REGLEMENT VAN ORDE.
Er zijn geen schriftelijke vragen binnengekomen.
7a. MACHTIGING AAN HET COLLEGE TOT VERKOOP VAN GRAS.
Wethouder Nooren zegt dat er een stukje weiland van de gemeente thans niet
meer wordt verpacht. Door enkele mensen is gevraagd dit perceeltje te
mogen gebruiken. Aanvankelijk was het de bedoeling, omdat gedacht werd dat nog
meerdere perceeltjes niet meer zouden worden verpacht, om dit perceel zelf
in gebruik te gaan nemen. Nu is het seizoen al wat gevorderd. De vraag is nu
om het college te machtigen om het gras van dit perceeltje weiland te kunnen
verkopen aan degenen die daar belangstelling voor hebben.
De heer Goos vindt dat de grond niet te snel moet worden verpacht.
Dit perceel kan gebruikt worden als ruilobject.
Wethouder Nooren antwoordt dat het grond is dat verpacht is geweest.
Wanneer dit volgend jaar zou worden verpacht dan is dit toch aan de raad.
De heer van den Bemd merkt op dat er verzoeken van verenigingen zijn
geweest om bepaalde stukjes grond van de gemeente te mogen gebruiken.
Die verzoeken dienen straks te worden meegenomen met de bestemming die de
raad hieraan gaat geven.
Wethouder Nooren is van oordeel dat nu de opbrengst van het perceel n.l.
gras te laten verkopen en dat de bestemming van het perceel later door de raad
moet worden bepaald.
De gevraagde machtiging wordt verleend.
4
