- 19 - Wethouder Nooren vindt dat ieder raadslid het democratisch recht heeft om aanmerkingen te maken op deze nota. Wanneer deze nu niet komen dan is het eenvoudiger om te herschrijven. Als dit in die brief anders overkomt dan is deze verkeerd gesteld. Hij wil de nota laten herschrijven en op korte termijn aan de leden doen toekomen. Mevrouw van den Bemd vraagt op wat voor grond de wethouder baseert dat de toestand niet zo blijft dat er geen doorstromingsmogelijkheden komen Wethouder Nooren acht het mogelijk dat men in de toekomst toch wel woningwetwoningen kan bouwen. Er zijn toch wel kansen. Het zou toch een trieste zaak zijn als er in de toekomst helemaal niet meer wordt gebouwd. Mevrouw van den Bemd vindt, zolang er geen doorstromingsmogelijkheden zijn in het kader van het huurharmonisatiebeleid dat de relatief goedkopere woningen worden opgetrokken op het peil van de duurdere, het niet juist dat zaken als centrale verwarming, dakkapel, en garages of serres niet aangebouwd mogen worden. Het is een dringend noodzakelijk iets. Er is nooit indertijd aan gedacht dat een werknemer die in een rijtjeshuis zit zoveel gebruik zou gaan maken van een auto. Wethouder Nooren antwoordt dat spreekster het uit een verkeerde hoek bekijkt. Op de eerste plaats gaat het niet om de werknemer die een rijtjeshuis moet zitten. Bovendien als de woningwetwoning gebouwd zou zijn met een garage en met alle luxe eraan dan zou het nog onbetaal baarder en onmogelijker geweest zijn om te bouwen. Er zijn enkele luxe woningwetwoningen gebouwd. Men moet allemaal terug wat de bouwmogelijk heden betreft om de kosten ook terug te dringen. Dat -zal inhouden dat er minder fraai gebouwd zal worden dan in het verleden. Dan zullen de huur prijzen toch nog stijgen door de bouwprijzen. Als daarnaast nog garages en dakkapellen moeten worden gebouwd, er kan hierin ook worden voorzien door een dakraam, wordt de zaak weer scheef getrokken. De doelstelling is om te trachten de mensen die de mogelijkheden en de wensen hebben om zo'n woning te willen hebben door te laten stromen naar die woningen en de goedkopere woningen vrijkomen voor hen met een lager inkomen. Wethouder Nooren merkt daarbij op dat in het verleden met een wachtlijst van 100 woningzoekenden het moeilijk was om de nieuw gebouwde woningwet woningen toegewezen te krijgen. Dat is niet eenmaal voorgekomen maar meerdere malen. Hij geeft toe dat door de stagnatie een duidelijke achterstand is ontstaan. Maar dat deze achterstand niet ingehaald zou worden vindt hij onwaarschijnlijk. De voorzitter stelt vast dat de nota huisvesting nu niet wordt vastgesteld, doch wordt herschreven en daarna opnieuw wordt behandeld. De voorzitter deelt nog mede dat alhoewel getracht is om binnen de termijn een aanvrage in te dienen voor de bouw van 17 premiehuurwoningen, het helaas niet mogelijk is om een toewijzing voor Rijsbergen te krijgen. De toewijzing is naar andere instellingen gegaan o.m. naar pensioenfondsen welke woningen in grote aantallen gaan bouwen. De motivatie is hem niet bekend. De eigenaar van de grond, de GEBAM, heeft indertijd gesteld dat men alleen huurpremiewoningen en geen woningwetwoningen kan bouwen. Toch zal hij op korte termijn met de GEBAM hierover een nader gesprek hebben. Maar succes is niet verzekerd.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1981 | | pagina 78