- 6 - Mevrouw van den Bemd merkt op dat onder punt 3 begrotingswijzigingen liggen die gedateerd zijn op 16 oktober. Dit moet 23 oktober zijn. De voorzitter zal dit nagaan. De ingekomen stukken worden voorts voor kennisgeving aangenomen. 6. VASTSTELLING VOORBEREINGSBESLUIT "Hooiberg 1981". De heer Verpaalen wil in de aandacht aanbevelen het al of niet handhaven ter plaatse van een terrein voor de ruitersport. In de vorige vergadering is afgesproken dat dit in de eerst volgende vergadering van de commissie ruimtelijke ordening aan de orde zou komen. In de jaarrede is gesproken dat er gewerkt wordt aan een conserveringsplan om niet telkenjare met een nieuw voorbereidingsbesluit te hoeven komen. Het lijkt hem wenselijk om in dit conserveringsplan hier rekening mede te houden. Hij wil zo spoedig mogelijk de procedure beginnen en aan dit gebied de bestemming sportdoeleinden geven. De voorzitter antwoordt dat wat het laatste betreft hem dit te ver gaat. Er kan hierop nog geen ja of neen gezegd worden. Wat het conserveringsplan betreft dit komt in de plaats van een voorbereidings besluit alleeen heeft het een andere werking. Om nu reeds te stellen 'laat het ruiterterrein maar liggen en bouwt het bestemmingsplan er maar omheen dat gaat tever. Dit zal eerst in de commissie ruimtelijke ordening moeten worden besproken en daarnaast moet de stedebouw- kundige hiervoor een opzet maken. Het is moeilijk daar nu over te discussiëren temeer daar nu slechts het nemen van een voorbereidingsbesluit aan de orde is. De heer Verpaalen vindt dat de noodzaak om te werken aan een voldoende accomodatie voor de ruitersport zich steeds meer doet gevoelen. Vandaar dat er haast moet worden gemaakt om de procedure op gang te krijgen om zodoende een definitieve bestemming aan dit gebied te geven, gezien de tijd die bestemmingsplannen vergen. De voorzitter is het met de spreker eens dat de ruitersport een accomodatie moet krijgen. Hij is het echter niet eens dat de ruitersport daar, waar men nu van een terrein gebruik maakt, definitief moet worden gesitueerd. De heer Verpaalen merkt op dat in het verleden reeds hierover is gediscussieerd. Toen waren er geen mogelijkheden om aanpalend aan het sportpark terreinen te vinden of in de nabije omgeving voor de ruitersport. Naar aanleiding daarvan is gezegd om te bezien of in het plan Hooiberg dit terrein kan worden ingepast. De voorzitter zegt dat bezien of het ingepast kan worden iets geheel anders is dan het terrein bestemmen. Maar in eerste instantie dient hierover in de commissie ruimtelijke ordening gesproken te worden. Hij is het met spreker eens dat de ruitersport een accomodatie moet hebben. Maar het is voor hem niet vaststaande dat het dat veld beslist moet zijn. Als nu nog steeds geen geschikt terrein is gevonden, dat betekent niet dat men bij de pakken moet neerzitten, maar men moet streven naar een geschikt terrein.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1981 | | pagina 6