- 5 - problemen gerezen. Bovendien kan ontheffing worden gekregen van het ministerie inzake het spuiten. De notulen worden vervolgens ongewijzigd vastgesteld. 5. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN. De heer Goos zou graag de brieven ter inzage hebben welke betrekking hebben op de 61e wijziging van de begroting 1979. Het gaat om de brief van 15 maart 1980 en 25 november 1980. De voorzitter antwoordt dat de brief van 15 maart 1980 handelt over opmerkingen inzake de begroting 1980. De brief van 25 november 1980 bestaat niet. Daarvoor is in de plaats gekomen de brief van 23 december 1980, waarbij de begroting is goedgekeurd. Het lijkt hem verstandig om bij de volgende vergadering, waar de goedkeuring van de begroting 1980 ter inzage wordt gelegd, ook de brieven alsmede het antwoord ter inzage te leggen als een compleet geheel. De heer van de^n Bemd vraagt wat er nu verder moet gebeuren naar aanleiding van het Koninklijk besluit inzake de Chemische Fabriek Brabant. Ten aanzien van punt 6 zou hij gaarne zien dat de brief mede wordt behandeld bij het selectief vestigingsbeleid. De voorzitter antwoordt dat de brief van de Kardinaal de Jongstichting weinig te maken heeft met selectief vestigingsbeleid. Of het ter zake doende is zou hij in eerste instantie willen overlaten aan de commissie woningzaken, welke advies over de ontwerp-huisvestingsnota zal uitbrengen. Wat de procedure rond de sluiting van de Chemische Fabriek Brabant betreft kan hij zeggen dat er een subsidieaanvrage ligt van 200,000,Daarbij komt 200.000,00 voor grondopbrengsten voor bouw woningwetwoningen. Verder moet er 2.100.000,00 aan rijkssubsidie worden verstrekt. Deze subsidie dient te komen van volkshuisvesting, economische zaken en volksgezondheid. Economische zaken en volkshuisvesting is niet zo probleem. Het andere probleem is Vomil (volksgezondheid en milieuhygiëne) wat dezelfde instantie is die stelt dat het gesloten dient te worden. Het is hoogst interessant hoe dit afloopt. Het is niet zo dat de gemeente binnen drie maanden tot sluiting overgaat. In eerste instantie wil de gemeente weten of er werkelijk subsidie wordt toegekend. Verder is het bedrijf in Fijnaart bezig om grond te verwerven. Die besprekingen zijn eind februari waarschijnlijk afgerond. Dat wordt eerst afgewacht voordat men overgaat tot het nemen van maatregelen. De heer van den Bemd maakt hieruit op dat het geen nadelige financiële gevolgen voor de gemeente inhoudt. De voorzitter zegt dat dit niet de bedoeling is. De heer Vogels informeert wat er gebeurt als de subsidie nu niet wordt gegeven. De voorzitter zegt dat dan de fabriek wordt gesloten. Wat er dan met de gebouwen moet gebeuren weet hij nu nog niet. De heer Goos heeft begrepen dat de gemeente niet aan een termijn is gebonden van sluiting. De voorzitter zegt hierop dat men wel aan een termijn is gebonden, maar hij is niet te snel met sluiten, temeer omdat Vomil, welke op sluiting heeft aangedraongen, ook in een commissie zit tot verplaatsing van het bedrijf.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1981 | | pagina 5