- 15 -
bijzondere situatie dat men een bedrijf aankoopt en tegelijk een weg gaat
verharden op kosten van de gemeente. Dat is de helft wat het eerst zou kosten,
maar het blijft een gegeven dat de weg door de gemeente wordt betaald. Hij meent
zich te herinneren dat het Vervul ook een eigen weg van de gemeente is en
dat er een baatbelasting is ingesteld om de weg te verharden.
Dan denkt hij dat men in allerlei redelijkheid kan verwachten dat men de
volgende dag de bewoners van het Vervul komen van waarom Embregts B.V. geen
baatbelasting en het Vervul wel. Er zijn misschien nog meer voorbeelden aan
te halen waar mensen zich ongelijk behandeld voelen. Het zou jammer zijn als om
kostenredenen van dit stuk weg de zaak zodanig vertraagd wordt dat het helemaal
niet doorgaat. Vandaar dat hij een ander voorstel doet. De heer Verpaalen heeft
gezegd dat punt 10 een discussiepunt is. Brengt dit terug in de commissie
openbare werken. Is dit een reden om tegen de hele zaak neen te zeggen. Binnen de
commissie zou best een oplossing kunnen worden gevonden in overleg met
Embregts B.V. wat tot tevredenheid van beide partijen zou kunnen leiden.
Temeer omdat men het gevaar loopt dat men een beslissing gaat nemen, waarbij
andere mensen zich verongelijkt voelen, omdat dan de schijn zou zijn dat
er met twee maten gemeten wordt. Er moet een vergelijk mogelijk zijn.
Hij stelt voor het voorstel aan te nemen met duidelijke opdracht aan B&W
en de commissie om punt 10 te bezien en dan maar zien wat er uit komt.
De voorzitter wil eerst het collegevoorstel in stemming brengen omdat dit
het uitgangspunt is geweest van de onderhandelingen. Dan komt het voorstel
van de heer Vogels aan de orde.
De heer van den Bemd merkt op dat wat de heer Vogels ten aanzien van het Vervul
stelt niet juist is. De gemeente heeft de weg van A. Huijbrechts te Breda
indertijd gekocht ten behoeve van de verharding voor de aanliggende percelen
aan het Vervul. Dit is een heel andere situatie.
De heer van Aert vindt wanneer de commissie openbare werken enkele weken ge
leden aan twee bewoners in het buitengebied een verharding weigeren omdat
zij burgers zijn en daar niet thuishoren, dan moet men nu niet aan een
vervoerbedrijf aan de verharde weg nog eens een verharde weg aanbieden.
De heer Verpaalen vraagt nu schorsing.
De voorzitter schorst de vergadering voor vijf minuten.
Na de schorsing gaat de voorzitter verder met de stemming over het collegevoorstel.
Vóór verklaren zich de heren Vogels, Huijbregts, Martens, van den Bemd, Goos,
van Kuijck en Verpaalen.
Tegen verklaren zich de heren Nooren, van Aert en Daemen.
Hierna is het collegevoorstel met zeven tegen drie stemmen aangenomen.
Dit houdt tevens in intrekking van het raadsbesluit van 12 mei 1977.
16. VERHUUR VAN DE HORECARUIMTE IN DE SPORTHAL.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het
voorstel van burgemeester en wethouders.
16a. INGEVOLGE EXPLOITATIEVERORDENING IN EXPLOITATIE NEMEN VAN GRONDEN VAN
GEBAM TEN BEHOEVE VAN WONINGBOUW IN PLAN LAGUITEN.'
Dit toegevoegde punt wordt door de voorzitter toegelicht. Aangenomen werd dat in
1981 geen sociale woningbouw zou worden gepleegd.