- 12 - van de huidige opstallen aan de Kap.1.de Nijsstraat en hij vergelijkt dat met het bedrag dat vastgesteld is voor de sloop van de D.C.O. dan ziet hij een enorme discrepantie inzitten. Een verlaging van deze post zou uiteraard zeer welkom zijn alsmen daarnaast aan de inkomstenzijde de bedragen ziet van de verkoop van de woning en de bouwpercelen en de overige percelen dan komt men relatief aan een laag bedrag. Deze kosten-baatanalyse vindt hij teveel naar de negatieve kant getrokken. Hij heeft wel begrip ervoor dat men in deze zaken voorzichtig te werk gaat maar dit gaat hem te ver. Daardoor zouden de totale lasten aanzienlijk minder kunnen zijn. Ten aanzien van het plan, zoals door de heer Martens aangehaald, is hij niet op de hoogte. Als dit bekend is vraagt hij waarom dit plan nu niet als voorstel bij de agenda is vermeld. Wat het verharden van het gedeelte van de weg bij de Noordhoeksestraat betreft is het de gewoonte dat voor deze zaken de commissie van openbare werken wordt gehoord. De suggesties van de heren van Aert en Vogels om dit op een andere wijze te doen kan hij zich voorstellen om niet de indruk te wekken dat men met twee maten meet. Als het puur het belang is van de bewoner dan dient de bewoner de lasten mede te dragen. Het lijkt hem derhalve nog een punt van discussie als het perceel eenmaal eigendom is van Embregts B.V. Het is een goede zaak dat een bron van ellende, zoals Embregts B.V. in de Kap.1.de Nijsstraat, wordt weggenomen. Relatief zal deze bron van ellende minder worden. De mensen in de buurt zullen dit subjectief anders ervaren. Er zijn echter maatregelen te nemen om de overlast tot het minimum te beperken. Dit moet nader uitgewerkt worden. Voor de toekomst vraagt hij welke uitbreidings mogelijkheden er nog zijn. Daarnaast vraagt hij op welke termijn deze transactie afgewerkt moet zijn om Embregts B.V. uit de nood te helpen. De voorzitter antwoordt dat de beschikking omtrent de subsidie van het rijk momenteel nog niet is ingetrokken. Er zal nog een poging worden ondernomen om dit bedrag verhoogd te krijgen. Dit naar aanleiding van het verschil tussen 1977 en 1981. Voor hem is de bouw van zes eenheden voor een- of tweepersoonshuishoudens nieuw. Wat de loze grond betreft kan hij mededelen dat er reeds een kandidaat heeft gemeld om de grond te kopen. Aan de Noordhoeksestraat is conform het bestemmingsplan Buitengebied als transportbedrijf aangemerkt, er kan nog een uitbreiding komen van 300 m2. Voor andere bedrijven is daar geen plaats. Voor de voorzitter is deze aangelegenheid geen verrassing. Hij is met dit bedrijf reeds bezig van 30 augustus 1976, wat inhield de aanvrage aan de Antwerpseweg, daarna kwam de aanvrage aan de Beemdstraat, dat geen genade vond. Vervolgens aan de Ettenseweg wat niet doorging. De heer Adriaensen is minstens dertig maal bij hem geweest over deze verplaatsing. Nu heeft hij wat gevonden dat ook nog planologisch kan dan kan men niet meer spreken over een verrassing. De heer Vogels interrumpeert dat de verrassing inhoudt dat iedereen heeft gedacht dat Embregts B.V. op een bedrijventerrein zou komen en dat niemand gedacht heeft dat hij zou komen aan de Noordhoeksestraat. Op die grond noemt hij het een verrassing. De voorzitter zegt dat Embregts B.V. zich ook heeft gemeld voor de E-10. Ook dat duurt nog jaren. Het bedrijventerrein duurt ook nog jaren. De heer Adriaensen is aan het eind van zijn latijn. Dit is een kans, wat kan enz. Dat is uitqeleqd. Hij heeft wat problemen met de stellinq dat de rotzooi van het dorp naar het buitengebied gaat daar heeft hij wat problemen mee. Hij vraagt zich af wat de gemeente als rotzooi naar het buitengebied heeft gebracht. Iets anders is dat er in het buitengebied wel eens wat zit wat minder fraai is, daar is hij het wel mee eens, maar dat heeft het gemeentebestuur niet gedaan. Deze oplossing ziet hij als een haalbare bij gebrek aan een alternatief. Wat de financiële haalbaarheid betreft kan hij zeggen dat wat momenteel in uitvoering is en wordt genomen dit financieel nog kan. Hij is het met de stelling eens dat ook door de vermindering van de uitkering uit het gemeentefonds.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1981 | | pagina 53