- 10 -
Men moet het beleid in deze continueren anders kan van willekeur worden
gesproken. Als de heerStraatman komt met een bouwplan op dezelfde plaats wordt
dit opnieuw beoordeeld.
Hierna wordt het beroep ongegrond verklaard.
14. GOEDKEURING KREDIET VOOR DE AANKOOP VAN BOUWGROND IN "LAGUITEN" en "HOOIBERG"
VAN C.A.F. DAEMENLAGUITENSEBAAN 48 TE RIJSBERGEN.
De voorzitter merkt op dat dit agendapunt verkeerd is geagendeerd.
Op de agenda stond dat het aankopen van bouwgrond in de bestemmingsplannen
betreft, Maar dit is aan B&W gedelegeerd. Het kredietverstrekken behoort
alleen aan de raad.
De heer Martens merkt op dat een krediet wordt gevraagd van 325.000,00.
Er lag bij de stukken een begrotingswijziging zonder meer. Er lag geen
toelichting bij. Hij vraagt wat men voor dit bedrag gaat aankopen. Zijn dit
gebouwen, 1 of 2 ha dat is niet bekend. Wat zijn de verkoopverplichtingen.
Dat bevreemdt hem omdat men niet weet waar men aan toe is.
De voorzitter antwoordt dat voor dit bedrag 4050 m2 in het bestemmingsplan
Laguiten en 1870 m2 in bestemmingsplan Hooiberg, plus opstallen, schadevergoeding
enz.
De heer van den Bemd vraagt schorsing voor beraad.
De vergadering wordt hierna voor tien minuten geschorst.
Na de heropening van de vergadering zegt de heer van den Bemd dat men wel
wat duidelijkheid heeft gekregen. Hij verwacht dat dergelijke zaken in de
toekomst wat anders zullen worden behandeld. Hij kan met de aankoop akkoord gaan.
De voorzitter zegt dat inmiddels een en ander is toegezegd.
Hierna wordt de 12e wijziging van de begroting algemene dienst 1981 alsmede
2e wijziging van de begroting grondbedrijf 1981 vastgesteld.
15. AANKOOP VAN PERCELEN GROND EN OPSTALLEN GELEGEN AAN KAP.L.DE NIJSSTRAAT VAN
C. ADRIAENSEN EN EMBREGTS AUTODIENSTEN, TEVENS VASTSTELLING VAN 11e WIJZIGING
BEGROTING ALGEMENE DIENST EN INTREKKING RAADSBESLUIT VAN 12 MEI 1977.
De heer Martens vraagt of de saneringsbijdrage van het Ministerie van Volkshuis
vesting van 29 mei 1979 nog zo van kracht is.
Er zijn twee bouwpercelen gepland met een stukje loze grond. Hij is van mening
dat de destijds gedane suggestie van 4 tot 6 bouwpercelen op die grond nog
overwogen moet worden. Dan zou het front niet naar de Kap.1.de Nijsstraat gericht
moeten zijn maar er zouden wat kleine woninkjes voor een of tweepersoonhuishoudens
in dat gebied gegroepeerd kunnen worden. Dan wordt de grond nuttiger gebruikt dan
zoals nu is aangegeven. Immers de belangrijke vraag blijft anders wat zal men
met dat loze stukje grond gaan doen.
Hij vraagt verder of op de nieuwe lokatie aan de Noordhoeksestraat nog meer
bedrijven kunnen worden gepland, alsmede kan het betrokken bedrijf daar ter
plaatse nog uitbreiden. Hij denkt daarbij aan het geplande bedrijventerrein.
De heer van Aert zegt dat het buurtschap de Noordhoek niet blij is met het
bedrijf dat zich daar wil vestigen. Hij heeft getracht het buurtschap duidelijk te
maken dat men als raad hiertegen niets kan doen omdat het gebied ter plaatse
in het bestemmingsplan is aangemerkt als transportbedrijf. Hij kan wel
het standpunt van de bewoners van de Noordhoeksestraat begrijpen. Wel heeft
hij bezwaar tegen punt 10 van het concept-koopcontract, waarin is vermeld