- 11 - De voorzitter antwoordt dat dit valt onder voorbereiding. Vervolgens wordt het gevraagde krediet goedgekeurd. 11. INVOERING TIJDELIJKE VERKEERSMAATREGEL BREEDSCHOTSESTRAAT. De heer van Aert heeft de borden op de Breedschotsestraat zien staan voordat de agenda uit was. Het bevreemde hem omdat verkeersmaatregelen door de raad dienen te worden genomen. Er ligt een voorstel om de 7-ton asdruk te hanteren voor het geval men aan de ontgronding begint aan de Breedschotsestraat. Boven de 7-ton dient men eerst een waarborgsom te storten van 40.000,00 voor het stukrijden van de weg en na afloop kan van dit bedrag de weg worden opgemaakt. Hij vindt dit bedrag nogal fors omdat hij vermoedt dat de zandwagen een richting zal kiezen en dat zal richting Rijsbergen zijn. Meer dan de helft van het nieuwe gedeelte zal niet gebruikt worden. Zijn voorstel is om dit bord te handhaven en het bedrag van 40.000,00 te halveren tot 20.000,00 mits de aannemer één richting aanhoudt en niet links en dan weer rechts afslaat. De heer Verpaalen zegt dat men in het voorstel stelt dat er een simpele oplossing is gekozen voor het probleem dat zich hier voor doet. Het is kwa uitvoering voor het college een simpele oplossing maar kan voor anderen een ipindere simpele oplossing betekenen omdat het probleem zwaar doet wegen. In dezelfde alinea van het voorstel stelt het college dat het verkeer geen hinder heeft van deze regeling. Hij kan zich voorstellen dat er ook normaal verkeer op deze weg komt dat meer dan 7-ton asdruk heeft. Het lijkt hem moeilijk om dan ontheffingsmogelijkheden te creeëren om het vervoer, dat niet in het kader van deze ontgronding valt, daar zodanige beperkingen op te leggen dat men kan spreken van geen hinder. In dit verband heeft hij zitten rekenen aan de hoogten oud en nieuw, zoals deze op de kaart staan aangegeven, bijgevoegd aan de ontgrondingsvergunning, en dan komt hij tot een lager gemiddelde ontgrondingshoogte dan in de toelichting bij het voorstel is genoemd. Daar wordt gesproken van 20.000 m3, zijnde 2000 vrachten. Dat betekent dat men in de toelichting ervan uitgaat van een gemiddelde vracht van 10 m3 waarbij het gewicht per m3 grond kan verschillen of deze nat of droog is, maar in zijn algemeenheid zal deze liggen tussen de 1,4 en 1,6 ton per m3. Wanneer men hier te maken krijgt met een aannemer of een vervoerder die deze grond gaat afvoeren of wagens die 10 m3 bevatten, zijnde ongeveer 15 ton, en als hij een wagen heeft met een ledig gewicht van 6 ton bij drie assen dan blijft hij netjes binnen de 21 ton. Dan kan hij gebruik maken van deze weg en het lijkt hem dat de vervoerder die dit voor zijn rekening gaat nemen het bedrag van 40.000,00 gehoord hebbende, misschien wel zit te rekenen of hij wagens met meer of minder dan 7 ton moet inzetten. Gesteld dat deze man de garantie geeft en in praktijk ook bewijst dat hij met vrachten werkt van minder dan 7-ton per as dan vervalt elke grond om deze borden daar neer te zetten. Dat neemt niet weg dat toch de weg kapot gereden wordt ondanks het feit dat hij maar slechts 7-ton asdruk rijdt. Dan is Leiden in last want hij blijft binnen de maximale toegestane druk van 7 ton maar de weg gaat wel kapot. Dat betekent dat de vervoerder op geen enkele wijze aansprakelijk kan worden gesteld voor het beschadigen want het bord van 7-ton staat er nu eenmaal. Hij vraagt zich af wat het standpunt van het college zou zijn, wanneer deze man schriftelijk zou vastleggen dat hij niet met wagens zwaarder dan 7-ton asdruk gaat werken, ten aanzien van de borgsom van 40.000,00, wat inhoudt 20,00 per vracht. Ter meer daar kan men wat voor doen als aannemer. Er is, om de zaak chronologisch op een rijtje te zetten, in begin februari een vergunning afgegeven voor de ontgronding van deze percelen en het heeft

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1981 | | pagina 34