- 5 - Wethouder Nooren antwoordt dat het verschil in staanplaatstarieven hierop neer komt dat C.R.M. bij de nieuwe kanpen een bepaald hoger tarief heeft geaccepteerd. Bij Driekoningenoord is procentueel de verhoging groter maar als men het bedrag beziet is het tarief aanmerkelijk minder dan voor nieuwe kampen. Om enigszins wat in te lopen is bij Driekoningenoord een gulden verhoging toegepast, terwijl bij de andere kampen de procentuele verhoging is voorgesteld. Het is nog lang niet voldoende om enigszins de kosten te kunnen dekken. De woonwagenbewoners moeten kunnen inzien dat ze erg soepel worden behandeld maar van de andere kant worden de normen voorgeschreven door C.R.M. waar het woonwagenschap verplicht is zich aan te houden. De heer Martens vindt het antwoord wel bevredigend omdat het tarief is bepaald door C.R.M. De gemeenten kunnen weinig hiertegen ondernemen. Hij vraagt of deze beide verhogingen de algemene visie was van| het woonwagen schap en zit in een jaarlijkse verhoging van deze tarieven geen gevaar dat men liever van Driekoningenoord naar een terrein buiten de stad wil. De heer Verpaalen zegt wanneer de decentralisering verder gaat dan worden de bewoners van het Driekoningenoord verspreid over diverse plaatsen. Hij vraagt indien men terecht komt op een nieuw kamp of men dan staanplaatsgeld betaalt gekoppeld aan het tarief waar men vandaan komt of kan de gemeente binnen bepaalde normen zijn eigen staangeld heffen. Als dat niet het geval is dan kan men komen te zitten met zeer lage tarieven. Wethouder Nooren antwoordt dat het staangeld niet gekoppeld maa worden aan de kosten om de staanplaatsen te realiseren. Er is al een duidelijk verschil tussen de tarieven van de oude kampen en de nieuwe kampen. Voor de nieuwe kampen worden de normen qehanteerd welke door C.R.M. worden voorqeschreven, deze staan los van de kosten welke de gemeenten moeten maken om deze kampen te realiseren. De verhoging van de tarieven zullen ongeveer in de richting gaan als de jaarlijkse procentuele huurverhoging. Wanneer men komt van b.v. Driekoningenoord en zich vestigt op een nieuw kamp dan moet men wel de tarieven betalen welke gelden voor dit nieuwëcamp en niet een procentuele verhoging op de lage tarieven van Driekoningenoord. Ondanks het feit dat de staangelden worden bijgetrokken op Driekoningenoord is hij niet bang dat dit kamp zal leeglopen. Dit zou de minister wel gaarne hebben maar het schap heeft dit terrein nu en er zijn bewoners die er beslist willen blijven. Er zal dan wel iets aan het kamp verbeterd moeten worden. In het algemeen bestuur is over deze verhoging weinig gezegd. Men peilt nu de mening van de raden. De raad heeft tegen de verhoging van de tarieven geen bedenkingen. 7. BESCHIKBAARSTELLING VAN KREDIET VOOR VERBETERING EN UITBREIDING OEFENMUUR BIJ TENNISACCOMODATIE OP SPORTPARK LAGUITEN, TEVENS VASSTELLING VAN 4e WIJZIGING BEGROTING ALGEMENE DIENST 1981. Mevrouw van den Bemd zegt dat de eerste brief van de R.T.C. was van 10 september 1980. Deze brief lag niet ter inzage. Het bevreemdt haar dat dit verzoek niet in de commissie welzijn is geweest. Verzoeken van soortgelijke strekking moeten eer: worden verwezen naar de commissie welzijn c.q. commissie jeugd en sport. Verder stelt zij vraagtekens bij de kosten. Zij vraagt of deze kosten niet beperkt kunnen blijven door eigen leden in te schakelen. Zij neemt aan dat de R.T.C. een groot aantal leden heeft. Zij vraagt of daar geen handige mensen in zitten die de muur een opknapbeurt kunnen geven. Tenslotte vraagt zij of een dergelijke vereniging zelf een financiële bijdrage kan leveren. Zo niet of dan de huur wordt aangepast. 4

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1981 | | pagina 28