- 2 -
De heer van den Bemd vraagt of er al offerten zijn uitgegaan naar de
Rijsbergse schilders in verband met de dringende onderhoudsbeurt aan de
woningwetwoningen
Het is wethouder Nooren bekend dat er verschillende schilders zijn gevraagd.
Maar het resultaat is het college nog niet bekend.
Vervolgens worden de notulen vastgesteld.
3. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN
De heer Huijbregts zegt naar aanleiding van de legesverordening dat wanneer
men een kwartier een ambtenaar nodig heeft dat dit 5,00 kost.
Zo zijn er verschillende wijzigingen gekomen. Hij vraagt of de nieuwe
bedragen aanmerkelijk hoger zijn uitgevallen dan de vroegere bedragen.
De voorzitter antwoordt dat de heer Huijbregts te laat is met zijn vragen
omdat dit stuk betreft de koninklijke goedkeuring van het raadsbesluit.
Evenwel de verhoging betreft slechts 5% met een afronding.
De heer Vogels vraagt naar aanleiding van punt 2 g wanneer de raad het
voorstel kan verwachten. Het handelt hier omtrent het voteren van het krediet.
Doch er zijn over de offerte een aantal opmerkingen gemaakt, welke opnieuw
zouden worden bekeken. Vandaar zijn vraag.
De voorzitter antwoordt dat als dit zo is de raad dit in de volgende
vergadering zal worden aangeboden. De offerten zijn binnen. Het is nu alleen
nog vergelijken ook op kwaliteit.
Mevrouw van den Bemd zegt dat het college ten aanzien van punt 5 voorstelt
dit voor kennisgeving aan te nemen en door te zenden aan gedeputeerde staten.
Zij gelooft niet dat dit ver genoeg gaat. Iemand die in september een verzoek
doet om een bedrijfswoning te mogen bouwen, die kan in februari wel bericht
hebben gehad. Of het dan een goedkeuring is of niet dat doet er niet toe,
het gaat om het bericht als zodanig. Of men vanuit Den Bosch goedkeuring verleent
of niet men kan wel een besluit insturen, wat men ook besluit, dit ter
verduidelijking op de vraag van de voorzitter wat zij bedoelt met wie moet
goedkeuren.
Zij vervolgt dat zij gelooft dat er een bepaalde vertragingstaktiek in Den Bosch
speelt. Vandaag schrijft de provincie dat er niet genoeg middelen vrij komen
om de werkgelegenheid veilig te stellen voor Brabant. Maar zij gelooft dat men op
deze manier zelf bezig is om er een steentje aan bij te dragen. De provincie
heeft in het verleden wel eens vlotter aanvragen gehonoreerd of afgewezen.
Zij gelooft dat het goed is dat de raad naast deze brief van betrokkene
een brief toevoegt waarin met klem wordt geprotesteerd tegen deze vertragings
manoeuvre en waarin verzocht wordt op korte termijn uitsluitsel te geven.
De voorzittervraagt of dit de tekst moet worden en zo ja of de raad het
hier mee eens is. De brief gaat dan van de raad uit en niet van het college.
De heer Huijbregts vraagt naar aanleiding van punt 5 hoe het college hier
tegenover staat. In het verleden heeft men ervaren dat wanneer het college
er weinig aan toevoegt dat het zo van tafel wordt geveegdAls het college
er achter staat dan maakt men nog wel eens kans dat je iets bereikt.
De voorzitter antwoordt dat het college positief heeft geadviseerd. Immers
men heeft het verzoek ingevolge de artikelen 19 W.R.O. jo. 50 Woningwet om een
verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten ingezonden.
De heer Daemen vindt dat wanneer men erg veel haast maakt men nul op het