- 4 - 8. INTREKKING SALARISVERORDENING 1979 EN VAN TOEPASSING VERKLAREN VAN DE SALARISMAAT REGELEN DOOR VASTSTELLING VAN DE SALARISVERORDENING 198CÜ De voorzitter merkt op dat ook hier in het voorstel moet staan in plaats van verhogen aanpassen. Vervolgens wordt de salarisverordening 1980 vastgesteld. 9. BESCHIKBAARSTELLEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN DE BOUW SPORTHAL DOOR VASTSTELLING 35e WIJZIGING BEGROTING ALGEMENE DIENST 1980. Mevrouw van den Bemd zegt dat Werknemersbelangen de kredietaanvrage voor de bouw van een sporthal een voorbarige zaak vindt. In het voorstel staat dat er allerlei onderzoekingen zijn verricht, dat de Rijsbergse verenigingen een enquête hebben ontvangen. Maar de onderzoekingen hadden behoren te beginnen bij de inwoners en dat is niet gebeurd. Weliswaar hebben de verenigingen te kennen gegeven dat ze 37 uren per week de sporthal, voor zover die er komt, zullen gebruiken. Voor het merendeel hebben de verenigingen er niet bij stil gestaan dat men 40, per uur zal moeten betalen. Degenen die er wel bij stil hebben gestaan die tillen er niet zwaar aan, want zij calculeren dit in de begroting en de subsidie zal wel aangepast worden. Dat betekent in feite dat de bevolking daarvoor zal moeten opdraaien. De bevolking die in deze zaak niet is gekend. Men leeft in een tijd van matiging, van bezuiniging. Er zullen in zijn totaliteit financiële offers moeten worden gebracht. Als men in deze tijd over de hoofden van de bevolking heen een sport hal wil bouwen, wat een grotere groep is die geen gebruik zal maken van een sport hal tegenover de groep welke dit wel gaat doen, dan vindt zij dat die groep van de bevolking het recht heeft om eerst via een onderzoek zich al of niet uit te spreken voor een sporthal. Als men zonder meer een krediet gaat vaststellen van 1.500.000, voor de aanschaf van een luxe artikel, terwijl van hogerhand telkens wordt gesteld dat er gematigd dient te worden en offers dienen te worden gebracht, dan wil zij eerst zien of de mensen bereid zijn die offers te brengen. Bij de behandeling van het investeringsplan 1980 heeft zij reeds gesteld, houdt een enquête onder de bevolking voordat men met een sporthal begint, dan weet men wat er onder de mensen leeft. Het was toen niet nodig. Zij heeft het in elke vergadering gesteld van de commissie ad hoe. Daar bleek het evenmin nodig, ofschoon de commissie ad hoc in beginsel een commissie van onderzoek werd geacht te zijn. Werknemersbelangen vindt dat voordat het krediet beschikbaar wordt gesteld, een deugdelijke en objectieve enquête onder de gehele bevolking van Rijsbergen dient te komen. Als de meerderheid van de bevolking, wat is 51% of meer, zich voor verklaart, dan mag van Werknemersbelangen de sporthal worden gebouwd. Maar spreekt de helft of meer zich tegen de bouw van een sporthal uit, dan dient de bouw van een sporthal achter wege te blijven. De heer van den Bemd wil aan het betoog van mevrouw van den Bemd nog toevoegen o.m. wat hij gelezen heeft in de stukken m.b.t. het draagvlak-onderzoek. Van het begin af is er steeds van uitgegaan dat de scholen gebruik zouden maken van de sporthal, welke eventueel in Rijsbergen gebouwd zou worden. Zoals de situering nu is, zullen de scholen nu en in de toekomst geen gebruik gaan maken van die hal. Dus met de situering op het sportpark De Laguiten zal hij persoonlijk nooit kunnen instemmen, indien de inspecteur geen toestemming geeft dat men daar vanuit de school kan gaan sporten. Als de scholen er geen gebruik van maken dan zal de hal overdag heel weinig bezet zijn. Verder zat in het draagvlakonderzoek wat hij extra benadrukt, het schrijven van 15 februari 1980 wat aan de verenigingen is gezonden. In dat schrijven is aan de verenigingen medegedeeld dat voor zo'n belangrijke zaak de bevolking en zeker de verenigingen erbij betrokken zou worden.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1980 | | pagina 97