- 12 -
en wegen zou hij de navolgende lokaties aan de raad willen voorleggen.
Gemeenteterrein achter de Kouter; perceel achter gemeentehuis van D.C.O.;
Perceel over de Goudbergse Lei tegen het geplande industrieterrein;
bosje aan de Ettenseweg (P. Geerts)percelen aan de Bredaseweg zowel links
als rechts naast de aaneengesloten bebouwing; perceel op de hoek Antwerpse-
weg -Julianastraat.
De heer Huijbregts zegt dat er ongerustheid bij de inwoners bestaat over het
aantal. Men is bevreesd dat het aantal van drie wagens op de duur zal
uitgroeien tot 10 a 15. Daarom vraagt hij of de gemeente een terrein van
1200 M2 afbakent of een groter terrein waarop onwilligkeurig maar wagens
komen
De heer Vogels vindt de tekening bij de stukken erg onduidelijke
Opvallend is het dat het college niet met een voorstel is gekomen, vandaar
dat het prettig zou zijn om te weten waar de voorkeur van het college naar
uitgaat.
Het is duidelijk dat niemand blij is met een dergelijk centrum. Het is echter
wel zo dat in wezen de gemeente reeds twee grote campings heeft, welke
ook een soort woonwagens zijn. Daar is nooit zo'n probleem over gemaakt.
Het aanwijzen van een lokatie is een zeer moeilijke zaak omdat men altijd
mensen waarschijnlijk dupeert. Waarschijnlijk omdat de gedragingen van
de bewoners niet bekend zijn en men niet weet hoe zij in de woonomgeving zullen
inpassen. Ook goede voorbeelden zijn er waar na verloop van enige tijd
hier geen praat meer over is, mits de omvang van het terrein in de hand kan
worden gehouden. Dat is de grote angst men begint met drie wagens, maar
blijft dit ook bij drie wagens. Daarom moet bij de planning zo worden opgetre
den dat een eventuele wildgroei niet mogelijk is.
Hij heeft twee terreinen in zijn hoofd waar misschien de mensen de minste
problemen mee hebben, dat is het terrein over de Goudbergse Lei voorbij het
Sportpark links en eventueel de eerste lokatie.
De voorzitter zegt dat de beantwoording door twee personen zal geschieden.
Allereerst wethouder Nooren als lid van het woonwagenschap en de voorzitter
als portefeuillehouder ruimtelijke ordening.
Wethouder Nooren antwoordt dat het woonwagenschap beslist zal toezien en de
hand zal houden aan het feit dat er niet meer wagens zullen worden geplaatst
dan de gemeente verplicht is te aanvaarden.
Er zal misschien in de loop van de jaren een groei in het aantal komen,
maar de bedoeling is te starten met drie en alles wat er meer komt zal
onmiddellijk worden weggesleept door en op last van het schap.
De heer van den Bemd reageert hierop door te stellen indien men het concept
leest de mogelijkheid bestaat dat in Rijsbergen niet drie maar zes en
zelfs tien wagens kunnen komen.
Wethouder Nooren antwoordt dat dit mogelijk is op de langere duur. Nu
ligt er een opdracht voor het maken van een kamp voor drie wagens, wanneer
er zich kandidaten hiervoor melden. Thans moet de raad een lokatie aanwijzen.
Vervolgens wordt geïnformeerd of er bij de bewoners belangstelling bestaat.
Zo ja dan gaat men over tot aankoop en in gereedheid brengen van dit terrein.
De heer van den Bemd vraagt zich af waarom de raad geen inzicht kan krijgen
in de enquête over de behoefte van zo'n kamp, temeer omdat de raad een
lokatie aan moet wijzen.
Wethouder Nooren zegt hierop dat het woonwagenschap nog geen gegadigden had,
maar hij heeft zojuist gehoord dat er een gegadigde zich heeft gemeld bij
de burgemeester.