- 7 -
De heer Huijbregts vraagt dan wel of het college een gunstig advies wil
doen uitbrengen.
De voorzitter antwoordt dat het standaardmodellen zijn waarop geen advies
voorkomt. Indien men meer gegevens wenst over het bedrijf komt men vanuit
Den Bosch kijken. De aanvrage komt in een commissie waarin ook de Advies
commissie Agrarische Bouwaanvragen zit.
De heer Goos eist dat het college er een brief bij doet dat de meerderheid
van de raad achter de bouwvergunning staat.
De voorzitter antwoordt dat dit niet hoeft omdat de raad nu aan het college
opdraagt een verklaring van geen bezwaar aan te vragen. Daarbij worden alle
stukken gevoegd.
De raad besluit tot het gegrond verklaren van het beroepschrift en het
opdragen aan het college om alsnog een verklaring van geen bezwaar ingevolge
de artikelen 19 W.R.O. jo.50, lid 8, van de Woningwet bij gedeputeerde staten
aan te vragen.
10. VERRUIMING VAN GEDELEGEERDE BEVOEGDHEID AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
GARANDEREN VAN GELDLENINGEN.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het
voorstel van burgemeester en wethouders.
11. VASTSTELLING DIVERSE SLOTWIJZIGINGEN DIENSTJAAR 1979.
De heer Martens zegt dat de commissie financiën zich heeft beraden over
het antwoord van het college met betrekking tot de opmerkingen van de commissie
Wat betreft het verschuiven van de post huur van Rij serf van 1979 naar 1980
kan hij wel inkomen, maar geen antwoord is gekomen op de vraag dat een goede
exploitatie een hogere subsidie van C.R.M. zal kunnen bewerkstelligen.
De voorzitter antwoordt dat dit inderdaad het gevolg blijft. Overigens kan
hij nu stellen dat voor 1979 van C.R.M. geen subsidie voor Rijserf mag
worden verwacht.
De heer Martens zegt vervolgens dat het college slechts gedeeltelijk meegaat
met post 440a. Het college zal proberen om in 1981 bij het opstellen van
de begroting hiermede rekening te houden. Niet gevraagd is omtrent de kapitaals
werken maar omtrent de onderhoudsposten. De grootste post 296 waarmede de
commissie nog zit, daar is geraamd 20.000 en daar is nu slechts 3000,00
besteed. Dit geldt voor wandelplaatsen enz. Gaarne zou hij hierover nader
in de volgende vergadering worden geinformeerd. Misschien is de begroting 1981
iets scherper op te stellen zowel naar de inkomstenkant als naar de uitgaven
om toch een bedrag van 100.000,00 aan kapitaalswerken uit de begroting te
halen.
Zoals de begroting hier ligt had men niet 113.000,00 maar 163.000,00
aan kapitaalswerken kunnen hebben.
De voorzitter antwoordt dat het vooraf heel moeilijk is te stellen. Dit
is afhankelijk van diverse factoren. Allereerst de financiële toestand, maar
ook de technische uitvoerbaarheid, de periode wanneer een werk in de raad komt,