- 4 - De heer van den Bemd zit met het probleem dat deze duplexwoning wel degelijk tot het woningbestand behoort. Deze valt onder de woningwet woningen Wethouder Nooren erkent dat er geen bereidverklaring van betrokkenen is om de voorwaarden te accepteren. Hij vindt niet dat dit nu persé nodig is. Het zou nu wel meer zekerheid hebben gegeven. De heer Huijbregts haakt hierop in door te stellen dat het hier gaat om uitbreiding van twee middenstandsbedrijven. Betrokkenen zijn er beide zeer mede gebaat. Hierdoor kunnen beiden hun bedrijf meer functioneel uitoefenen. Vandaar dat hij achter het voorstel van het college staat. Het heeft erg lang geduurd voor deze oplossing is gevonden. Vandaar dat hij hoopt dat de aard tot verkoop zal overgaan. De heer Vogels merkt op dat de heer van den Bemd gelijk heeft dat het een duplexwoning betreft. Maar deze woning is niet bewoond en dat is een wezenlijk verschil. Vorig jaar had men duidelijk op het oog woningen, welke bewoond waren en ook bewoonbaar waren. Gezien het feit dat een bedrijf nu uit zijn jasje is gegroeid en de gemeente dit nu kan oplossen, is hij van oordeel dat tot verkoop dient te worden overgegaan. De heer van den Bemd merkt op dat deze woningen gebouwd zijn met bijdrage woningwetbouw 1948. Er zijn misschien toch wel twee woningwetwoningen van te maken met een betaalbare huur voor lagere inkomens. Hij blijft beklemtonendat dit vooral gezien is in de toestand zoals de woningwet- bouw in Rijsbergen momenteel verkeert. Als Rijsbergen jaarlijks 15 woningwetwoningen zou kunnen bouwen dan was er niet zo'n probleem. Maar nu gaan er weer twee woningen verloren. Als het gemeentebestuur de garantie kan geven dat de woningwetbouw niet stagneert, maar de tekenen wijzen er op dat de woningwetbouw de eerste tijd in de verdrukking blijft. Van de ene kant kan hij meegaan met de werkgelegenheid, maar anderzijds staan de vele woningzoekenden in de gemeente. De heer Daemen vraagt of hij het goed begrepen heeft dat het voorste stukje grond nu ook wordt verkocht. De wethouder beaamt dit. De heer Goos wil wel tot verkoop over gaan maar alleen voor een goede prijs. In de taxatie miste hij of er in stond vrij opleverbaar of in verhuurbare staat. De heer Martens zegt indien tot verkoop wordt besloten dient de akte eerst verleden te worden na 1 juli 1980 om rumoer te voorkomen. Dit vindt hij nodig omdat vorig jaar 1 n raadsbesluit is genomen om geen woningwetwoningen te verkopen vóór 1 juli 1980. Wethouder Nooren antwoordt dat eerst nêi 1 juli 1980 de verkoopakte bij de notaris zal worden verleden. De taxatie handelt over vrij opleverbaar van het pand. Ieder betrokkene zal voor het toegangspad een bedrag van 1.500, extra moeten betalen. Het is geen uitgangspunt van het college om woningen te verkopen ten behoeve van bedrijfsuitoefening. Indien dit een goede woning zou zijn geweest zou deze niet ten behoeve van een bedrijf verkocht zijn. Daar dit een woning is welke alleen met zeer grote kosten was op te knappen,

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1980 | | pagina 72