- 10 -
Het genot van ongestoord TV-ontvangst is bij vele mensen omgedraaid
in ergernis. De ergernis bij vele mensen is zodanig groot dat men de
storingsdienst niet meer belt omdat dit toch niet helpt.
ELH behoeft geen schadevergoeding te betalen voor storing in de ontvangst
of gebrek aan de CAI tenzij sprake is van schuld en nalatigheid van de
zijde van ELH.
Hij heeft sterk de indruk dat hier van nalatigheid kan worden gesproken
door ELH
Hij wil aan art. 11 in het boekje een lid 4 toevoegen, waarin ook de
consument rechten krijgt, n.l. dat de afnemer bevoegd is de in art. 4, lid 1,
bedoelde overeenkomst met in achtneming van een opzegtermijn van 1 maand op te
zeggen ingeval van wanprestatie van de leverancier.
Hij begint steeds meer de indruk te krijgen dat er wanprestatie door de
leverancier gepleegd wordt.
Verder is hij erachter gekomen dat ELH met de feiten heeft gemanipuleerd
in het verleden en dat vindt hij een kwalijke zaak. Hij geeft als voorbeeld
wanneer iemand een klacht heeft dan kwam als antwoord dat men nog nooit
klachten had gehad. Later bleek dat er wel degelijk klachten waren binnen
gekomen. Hij wil een zinsnede aanhalen uit een brief van 25 mei, welke aan
alle deelnemers is verzonden n.l. "Wij wensen U veel luister- en kijkgenot tij
dens de komende wereldkampioenschappen voetbal en uiteraard in de jaren
daarna". Het kijkgenot is omgedraaid in ergernis.
Hij stelt voor via een neutraal deskundig bureau te laten onderzoeken
of hier voldoende gedaan is om op redelijke wijze bij de afnemers de
signalen binnen te krijgen. Veel mensen voelen zich bekocht.
De voorzitter antwoordt dat het college zich over deze uiteenzetting zal
beraden.
De heer van den Bemd komt terug op het gestelde door wethouder Nooren in
de rondvraag van de vorige vergadering inzake de perkoenbevestiging tussen
twee panden aan de Ettenseweg en Oranjestraat.
De wethouder maakte zich er toen gemakkelijk van af door te stellen dat
de bewoner aan de Oranjestraat niet wou meewerken om die perkoenbevesti
ging aan te brengen. Dat argument benadrukte hij nog doordat hij de nood
zaak niet vond aangetoond.
Graag verwijst hij naar de brief van 30 augustus 1978 welke is verzonden
aan de bewoner aan de Ettenseweg. In dat schrijven staat dat zowel de heer
Akkermans van de provincie als het college hebben besloten om de perkoen
bevestiging aan te brengen zodat een schade zou zijn uitgesloten.
Hij geeft hierna een overzicht van wat is toegezegd. Laatst is in december
door openbare werken nog toegezegd dat de perkoenbevestiging zou komen.
Op 21 maart 1980 is gemeentewerken gekomen om de perkoenbevestiging aan te
brengen, terwijl de bewoner er reeds van november woont, waarop de bewo
ner toen geweigerd heeft de perkoenbevestiging aan te brengen.
Hij vindt dat het schrijven uitgevoerd dient te worden.
Vervolgens zou hij gaarne een lijst van het college ontvangen, waarop
sinds 1970 de delegatiebesluiten van de raad aan het college staan vermeld.
De voorzitter vraagt daarvoor enige tijd om dit op te stellen.
Wethouder Nooren ontkent niet dat de situatie zoals geschetst juist is.
Evenwel de toestemming van de aanliggende eigenaar was wel nodig.
De gemeente heeft geen wettelijke maatregel om de eigenaren te verplichten
om de perkoenbevestiging te gedogen. Daarop is het gestrand.
Voor de wethouder is de noodzaak ook nog niet aangetoond. Thans is het talud
nog minder geworden en door de bewoner is de scheiding nog meer aangekleed,
waardoor het gevaar voor wegspoelen nog minder wordt. In de praktijk is
reeds gebleken dat de grond niet wegspoelt.