- 12 - De voorzitter antwoordt dat dit is vastgesteld enerzijds door het ministerie van C.R.M. anderzijds door de gedeputeerde die hierbij is betrokken. Die stellen de normen vast zoals binnen welke afstand tot de bebouwde kom. De stedebouwkundige moet spelend met al deze normen dit kamp dan ergens inpassen. Het is niet zo eenvoudig alsof dit maar even uit de mouw kan worden geschud. Het is ook niet zo dat een achterban even kan stellen daar moet het kamp komen, want daar is iedereen mede akkoord. Men kent de moeilijkheden welke reeds in een voorafgaand stadium zijn geweest met het kiezen van een lokatie. Er kwam een lokatie waar iedereen voor was, maar degene die daar over moest beslissen was hiertegen zodat er niets gebeurde. Om dit nu te voorkomen is naar keuze mogelijkheden gezocht, waarvan te verwachten is dat hiervoor goedkeuring is te verwachten. De heer van den Bemd zou gaarne in de volgende raadsvergadering een schrijven van oktober 1979 van een mevrouw, woonachtig in Rijsbergen, wat gaat over de grondpolitiek in de Hooiberg, dat gericht is aan de raad, ter inzage hebben. Door het college is toegezegd dat tussen de scheiding van de Ettenseweg en de nieuwe woningen in Het Steke, ter plaatse een perkoenbevestiging geplaatd: zou worden zodra de nieuwe bewoners daar zouden wonen. Tot op heden is daar geen gevolg aan gegeven. De voorzitter zal dit aan openbare werken doorgeven. De heer Goos vraagt of de aanvrage voor verharding van Zwart Moerke al in behandeling is. De voorzitter antwoordt dat de aanvrage in het college is behandeld en doorverwezen is om advies naar de commissie openbare werken. Er moet dan in de commissie wel nog beschikbaar zijn het advies van de afdeling gemeente werken. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 20 maart 1980. .ad/voornoemd De de voorzit' tie secretaris

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1980 | | pagina 32