GEMEENTE RIJSBERGEN NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Rijsbergen, gehouden op donderdag 21 februari 1980, des avonds te 8 uur ten gemeentehuize. AANWEZIG: W.A.P. van Aert, J.C.M. van den Bemd, mevr. M.C. van den Bemd- Deckers, H.J.V. Daemen, C.M.J.M. Goos, P.J. Huijbregts, A.J.J. van Kuijck, C.W. Martens, P.A.J. Nooren, C.W. Vogels, L.C. Verpaalen. VOORZITTER: P.A.J. Nooren, (wethouder) SECRETARISG.A.A.M. Kuijpers. Nadat de voorzitter de vergadering met gebed heeft geopend deelt hij mede dat burgemeester Hartman de vergadering wegens ziekte niet kan voorzitten. Vanaf deze plaats wenst hij de burgemeester namens de raad beterschap. Vervolgens stelt hij achtereenvolgens aan de orde: 1. AANWIJZING VOORSTEMMER. Door loting wordt mevrouw van den Bemd tot voorstemmer aangewezen. 2. VASTSTELLING NOTULEN RAADSVERGADERING P.P. 17 januari 1980. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 3. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN. De heer Goos vraagt t.a.v. punt 5 inzake subsidie aan het gezinsvervangend tehuis voor gehandicapte kinderen waarom dit onder de ingekomen stukken voor kennisgeving is opgenomen, terwijl men om een subsidie verzoekt. Hij is voorstander tot het verlenen van een subsidie. Voorts vraagt hij naar aanleiding van punt 8 Stichting Garantie Instituut Woningbouw of dit in de plaats is gekomen van gemeentegaranties e.d. De heer Martens zou toch punt 9 n.l. het verzoek van J. v.d. Bemd inzake behandeling beantwoording vragen willen behandelen bij de mondelinge rondvraag. De heer Verpaalen vindt dat wat punt 5 betreft dit een zeer goed initiatief is en de volle ondersteuning van de raad verdient. Hij wil het bedrag dat gevraagd is beschikbaar stellen. Inzake punt 6 met betrekking tot het raadsbesluit uit Nieuw-Ginneken verkeers wegen zegt hij dat dit het standpunt van Rijsbergen met betrekking tot de aan sluiting van A 58 op de nieuwe E-10 niet zal veranderen. Hij vindt wel dat de gemeente Nieuw-Ginneken rijkelijk laat komt met deze visie. Hij had verwacht dat toen de procedure indertijd is gestart men met dit standpunt zou komen. Waarschijnlijk speelt hier het groot aantal bezwaarschriften een rol, maar dat verandert aan de situatie feitelijk niets. Met betrekking tot punt 7, enquête van de P.v.d.A onder de Rijserf-bewoners merkt hij op dat men als opstellers meer zorgvuldigheid had moeten betrachten bij het opstellen van de enquête. Dan was de uitslag iets waardevoller geweest dan nu

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1980 | | pagina 21