- 15 -
te gaan bestemmen.
Hij wil nogmaals stellen dat het college geen bezwaar heeft, indien de
raad dit wenst, dat de huur niet wordt doorberekend.
De voorzitter meent dat de zaak voldoende is uitgediept. Aan de orde
is het overplaatsen van het alarmtableau. Daarbij is nu gesteld het
aantrekken van een beheerder. Daarmede is het college alsmede het gekoör-
dineerd bejaardenwerk voldoende mee bezig. Het college is echter nog steeds
van oordeel, dat er geen fulltime beroepsbeheerder moet worden aangesteld.
Dat is overigens nu niet aan de orde.
De heer van den Bemd maakt uit de woorden van de wethouder op dat de
woning is verhuurd. Vorige maal is hierover reeds een rel geweest. Toege
zegd is dat de commissieleden over verhuur zouden worden geïnformeerd.
Maar na een maand is er nog steeds bij de commissieleden niets binnen.
Dat betreurt hij ten zeerste. Het ene probleem zit aan het andere vast.
De voorzitter zegt dat deze woningkwestie nu niet aan de orde is, het is
een leegstaande woning. Wie er al of niet in komt zeker is dat het geen
beheerder is. Momenteel gaat het alleen over het overplaatsen van het
tableau.
De heer van den Bemd zegt dat nu het probleem komt wanneer men binnen
een maand een beheerder kan krijgen men deze niet onder kan brengen.
Hij heeft concrete voorstellen gedaan, maar daar wenst klaarblijkelijk
het gemeentebestuur noch het gekoördineerd bejaardenwerk in te gaan.
De heer van den Bemd vraagt stemming over dit punt. Daar dit verzoek niet
wordt ondersteund wordt het voorstel aanvaard in dier voege dat geen
huurverhoging zal plaats vinden, onder aantekening dat de heer van den
Bemd zich tegen heeft verklaard.
14. VERLENING VAN SUBSIDIE AAN STICHTING STEDELIJK MUSEUM TE BREDA, TEVENS
VASTSTELLING DERDE WIJZIGING BEGROTING ALGEMENE DIENST 1980.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het
voorstel van burgemeester en wethouders.
15. INTREKKING RAADSBESLUIT d.d. 28 juni 1978 TOT VERKOOP VAN PAND
ANTWERPSEWEG 21.
De heer van den Bemd vindt dat de redactie van het voorstel toch wel iets
anders had mogen luiden, gezien alles wat er omheen heeft gespeeld en wat
bij de raadsleden bekend is.
Immers de heer de Hoon heeft noodgedwongen moeten afzien van de aankoop.
Hij wil vragen of hij een afschrift kan ontvangen van de schriftelijke
reactie aan de Hoon waarom het pand niet opgebouwd, uitgebreid of
verbouwd mag worden.
De voorzitter antwoordt dat hij vandaag de heer de Hoon bij hem heeft
gehad en heeft met hem de zaak besproken. De heer de Hoon krijgt een brief
met een uittreksel van de bewuste brief van gedeputeerde staten. Hij zegt
toe hiervan een afschrift aan de heer van den Bemd te zenden.
Het raadsbesluit wordt hierna ingetrokken.
16. ONBEWOONBAARVERKLARING VAN PAND RISTEN 26.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het
voorstel van burgemeester en wethouders.