- 11 -
De heer van den Bemd merkt op dat de leden indertijd de provinciale
woonwagennota toegezonden hebben gekregen. Daaruit blijkt dat er nog
verschillende ontwikkelingen te verwachten zijn kwa verplaatsing van
de woonwagenbewoners. In eerste instantie zou Rijsbergen voor drie
woonwagens in aanmerking komen. Maar wanneer men goed leest dan zou
dit wel eens acht, tien of twaalf kunnen zijn. Dat ligt er maar aan wat
de uitslag van het onderzoek bij de bewoners is geweest.
Hij vindt het woonwagenschap een gezamenlijk initiatief waardoor de lasten
gezamenlijk moeten worden opgebracht.
Wie geen woonwagenkamp hoeft in te richten zal zich gelukkig prijzen
maar dan moet men wel de lasten delen met die gemeente, welke wel een
standplaats moet inrichten.
De heer Huijbregts vraagt wat de prognose is over het aantal bewoners
in de toekomst m.n. het aantal geboorten.
De heer Verpaalen merkt op, dat in het lijstje van de wethouder waar
schijnlijk niet de meerkosten i.v.m. de le wijziging is opgenomen
want er komt ineens 1500,00 voor Rijsbergen bij.
Het schap zal wel weten wat de plannen op langere termijn zijn en welke
financiële consequenties dit meebrengt. Hij zou op prijs stellen op korte ter
mijn iets te vernemen over de plannen van het schap.
Hij waarschuwt tegen het plan van de heer van den Bemd om gezamenlijk
de kosten van de voorzieningen te delen. Hij wil er echter aan toevoegen dat
wel nagegaan dient te worden wat de bijdragen zijn van hen die van de voor
zieningen profiteren. Men betaalt nu een staangeld van 16,00 per week
voor een optimaal geoutilleerd onderkomen. Hij vindt dit aan de lage
in vergelijking met hen die een andere levensstijl er op na houden. Hij weet
wel dat deze tarieven door C.R.M. worden vastgesteld,doch ij zou willen
dat men hier een betere tariefstelling zou overwegen.
Wethouder Hooren heeft grote moeite met het voorstel van de heer van den
Bemd. Immers hij was de enige in het algemeen bestuur die tegen was dat de
kosten door de gemeenten werden gedragen voor Teteringen en Oosterhout.
Men kan van hem niet verlangen dat hij nu een ander standpunt gaat innemen.
Dan zou dit maar vertolkt moeten worden door de burgemeester
De heer van den Bemd merkt op dat nu voor de derde maal een uitzondering wordt
gemaakt. Vandaar het voorstel om voortaan al deze kosten gezamenlijk te
dragen. Het voorstel wordt niet voorgelegd aan de wethouder maar aan de raad.
Indien de meerderheid van de raad dit standpunt kan delen dan kan de wethouder
deze visie mee nemen naar het schap.
De wethouder merkt op dat het nu geen uitzondering betreft. Dit is een
tijdelijke oplossing, welke niet van toepassing is op wat destijds is
geregeld voor permanente kampen.
Hij vindt de stijging van de bijdrage van de gemeenten niet onrustbarend. Wat
de verdere stijging zal inhouden kan hij niets zeggen. In de nabije toe
komst geldt aleen de spreiding over de gemeenten, waarvan de kosten
door C.R.M. worden vergoed.
Hij is het eens dat de bijdrage van de bewoners erg laag is, maar deze
is door C.R.M. vastgesteld en dan is het moeilijk hierin een ander standpunt in
te nemen. Hij betwijfelt of het schap het recht heeft om andere tarieven vast te
stellen.
Bij de inrichting van de kampen wordt rekening gehouden met een mogelijke
groei. Hoe groot de groei van de bevolking is daarover kan hij geen cijfers
noemen
De heer van den Bemd vraagt om stemming over zijn voorstel dat ingevolge
het spreidingsbeleid de inrichting van de kampen, waarvan de kosten uitgaan