- 10 -
Besloten wordt geen bedenkingen tegen deze wijziging te opperen.
12. BEHANDELING BEGROTING 1980 EN le WIJZIGING BEGROTING 1980 VAN HET
WOONWAGENSCHAP
De heer van den Bemd zegt dat hij op het punt heeft gestaan zijn
interventie bij punt 10 in te brengen, omdat daar reeds uitvoerig
door de heer Verpaalen en de wethouder op de materie werd ingegaan.
In een vorige vergadering heeft hij het voorstel gedaan en nu wil men
het nog eens aan de raad voorleggen om het voorstel te steunen, dat
bij het woonwagenschap kan worden ingebracht, dat bij het plaatsen van
woonwagens in een gemeente welke bij het woonwagenschap is aangesloten,
de bedragen welke buiten de regeling van subsidie voor de gemeente
vallen gezamenlijk door alle gemeenten worden gedragen. Hierdoor worden
niet een of twee gemeenten de dupe omdat de woonwagenbewoners voor een
bepaalde gemeente hebben gekozen.
De heer Verpaalen merkt ten aanzien van dit agendapunt op, dat wanneer
men de toelichting bij de begroting bekijkt bij punt 13 dan ziet men
dat de bijdrage van de deelnemende gemeenten in de rekening 1978
is geweest 138.000,00in de begroting 1979 133.000,00 en in de
begroting 1980 281.000,00 50.000,00 v.d. eerste wijziging.
Dit is een vermeeröerincvan twee ton. Hij vraagt zich hier wederom af
waar dit in de toekomst naar toe moet.
Ook nu weet men nog niet wat de plannen en kosten op langere termijn
zijn. Op een gegeven moment zegt men ja tegen een bepaald onderdeel, dat
zich later opbreekt.
Hij vreest dat het woonwagenschap zich wil indekken tegen herhaalde
begrotingswijzigingen zodat men maar een bedrag opvoert waartegen men
geen concrete plannen tegenover stelt. Hij vindt dit een tekortkoming.
Hij vreest dat men dit ook in de volgende begrotingen zal tegenkomen
waardoor er enorme stijgingen zullen plaats vinden.
Derhalve vraagt hij hoe het woonwagenschap de ontwikkeling in de komende
jaren ziet, vooral op financieel gebied, gezien het feit dat men in een
jaar een verhoging van twee ton opvoert.
Wethouder Nooren heeft moeite met de vraag van de heer van den Bemd.
Afgesproken is dat de gemeenten bij de inrichting van de kampen de
meerkosten zelf zouden dragen. Hiervoor
werd een uitzondering gemaakt voor Oosterhout en Teteringen. Moeilijk
is het om mee te gaan betalen aan de kosten in andere gemeenten, terwijl
de verplichting blijft bestaan dat iedere gemeente een eigen woonwagen
kamp moet inrichten. Zolang geen woonwagenbewoners naar een bepaalde
gemeente willen,houdt niet in dat de verplichting tot het inrichten
van een standplaats voor woonwagens vervalt. Hij is van oordeel, dat
iedere gemeente moet trachten met het subsidiebedrag van C.R.M. toe te
komen. Gelukt dat niet dan komen de kosten voor die gemeente.
De wethouder kan niet in de toekomst kijken. Dit naar aanleiding van de
vragen van de heer Verpaalen. Wel zullen de kosten blijven stijgen.
Hij verwacht gezien de ontwikkeling dat er geen derde tijdelijke stand
plaats zal bijkomen. De kosten voor de inrichting van de permanente
kampen behoeft dan niet door Rijsbergen meebetaald te worden.
Hij vindt dat de kosten gezien de bijdrage van Rijsbergen voor 1980 nog
niet zo de pan uitrijzen.