- 15 -
10. SUBSIDIEVERLENING AAN R.K. BOERENBOND TE RIJSBERGEN I.V.M. 75 JARIG
BESTAAN, TEVENS VASTSTELLING VAN DE 36e WIJZIGING BEGROTING ALGEMENE DIENST
1980.
De heer Vogels vindt het een principiële zaak dat dergelijke instellingen
niet gesubsidieerd dienen te worden. Het is fijn om feest te vieren, maar
dan moet men het zelf maar betalen.
Hij is het niet eens met de tekst van het voorstel. Hij bestrijdt dat de
commissie welzijn niet tot een eensluidend advies is gekomen. Hij had
de stellige indruk dat men eensluidend tot de conclusie was gekomen.
Reeds meerdere malen is subsidie verleend aan verenigingen welke naar
zijn mening niet terecht was. Afgesproken is om 500,00 te adviseren aan
B&W. Dat staat ook in het verslag. Het voorstel vindt hij derhalve niet juist
zelfs misleidend. Hij kan derhalve het voorstel van B&W niet volgen
van 1000,00 en blijft bij het voorstel van de commissie ad 500,00.
De heer Verpaalen kan zich met de conclusie van de heer Vogels over de tekst
grotendeels volgen. Hij is niet zo gelukkig met de tekst zoals deze
op papier is geplaatst. Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de
Boerenbond wil men duidelijk een stap maken van de burger naar de boer toe.
De Boerenbond brengt de boer naar de burger toe, maar in dit geval is
het omgekeerd. Het doel is om de burger eens achter de schermen bij het
boerenbedrijf te laten kijken, wat zeker zo belangrijk is als de ontmoeting
op de Boerendag. Dit kan de verstandhouding tussen de agrariërs en niet
agrariërs alleen maar bevorderen.
Het feit dat die mensen op die bedrijven nogal moeite moeten doen om
dit te presenteren waarvoor de subsidieaanvrage is bedoeld en waar de gemeente in
zijn totaliteit goed mee gebaat is. Hij hoopt dat er veel gebruik van gemaakt
wordt van deze open dag. Men moet dit niet zien als een subsidie aan de
Boerenbond maar een vergoeding aan de mensen die meedoen aan deze open dag
Daar mag men best wat voor over hebben omdat men daarmede de gemeenschap dient.
Mevrouw van den Bemd bevreemdde het eveneens dat het voorstel ad 1.000,00
luidt. Het is inderdaad zo dat in eerste instantie door de voorzitter van
de commissie welzijn om 1.000,00 werd gevraagd, maar na de nodige
discussies kwam men tot 500,00 voor representatiekosten, wat voldoende
werd geacht.
Zij vraagt zich af wat de wethouder heeft bewogen om alsnog 1.000,00
binnen het college te vragen. Of anderzijds waarom de wethouder in tweede
instantie in de commissie niet naar voren gebracht dat hij het met
500,00 niet eens was.
Zij vraagt zich ook af, indien dit vaker voorkomt, wat voor zin heeft
het nog om commissievergaderingen te houden wanneer het advies na 14 dagen
wordt gevolgd door een ander voorstel.
Wethouder van Kuijck antwoordt dat hij altijd de mening heeft gehad dat men
in de commissie er niet uitkwam, dat er derhalve een paar voorstellen
lagen. Het college waardeerde dit werk hoger. Het bedrag werd niet beschikbaar
gesteld om te feesten, maar zoals door de heer Verpaalen werd gesteld
om iets te doen voor degenen die de open dag gestalte geven. Dat is de
achtergrond van het voorstel van het college.
De heer Vogels merkt op wanneer men het verslag leest dat de commissie
duidelijk heeft afgesproken om 500,00 te adviseren.
De conclusie volgens het verslag is naar zijn mening eensluidend. Het
voorstel dat zegt dat er eensluidend voorstel lag is dan niet goed.
Wethouder van Kuijck zegt dat hij op het einde van deze bespreking geen
stemverklaring heeft gegeven. Men was steeds met wel en niet een bepaald
bedrag te geven bezig.