-
9 -
dat de lasten op te brengen zijn zonder belastingverhoging. Hij gaat in
de geschiedenis terug op het ontstaan van de tennisbanen. Op zeker moment
was er nog een overschot van 10.000,00 op de inrichting van het sportpark.
Daar zijn tennisbanen voor gepland. Toen deze klaar waren werd er totaal
geen gebruik van gemaakt. Alles moet groeien en zo zal het ook met de
sporthal zijn. De binnen sporten zullen gegarandeerd groeien. De tennis
vereniging is bijna de grootste vereniging geworden, zo zal dit ook in de toe
komst met het gebruik van de sporthal zijn»
De heer Martens vindt het jammer dat hij geen antwoord heeft ontvangen
omtrent de levensduur van de geplande sporthal.
De voorzitter antwoordt dat de levensduur gelijk is aan alle andere
normale hallen.
De heer Martens twijfelt nog steeds of men met 100.000,00 inrichtingskosten toe'
komt. Duidelijk is door de voorzitter gezegd dat er geen extra belastingver
hoging zal komen voor de bouw van deze sporthal. Toch is het wenselijk wanneer
belastingverhoging komt, dat zit er na vier jaar wel in, dat daar duidelijk naar
voren komt wat de verhoging inhoudt. Er is bij het investeringsplan gememoreerd
dat voor Rijserf 140.000,00 jaarlijkse lasten zijn, voor sportpark
200.000,00 en daarbij komt nog de lasten voor aankoop D.C.O. Vandaar dat bij
verhoging van de belasting wordt aangegeven wat de redenen zijn.
Hij vraagt nogmaals of dit een eenmalige afschrijving is en of men niet
in de toekomst voor rente en aflossing komt te staan.
Hij vraagt of het bedrag van 1.500.000,00 voldoende is. Zal men na verloop
van een half jaar of een jaar niet met nieuwe kredieten komen voor deze hal.
In het verleden is het meermalen voorgekomen dat er nog iets na komt.
Voor hem mag dat 10 a 15% bedragen. Als het 25 a 40% gaat bedragen dan heeft
hij daar erg veel moeite mee.
De heer van den Bemd merkt op dat de voorzitter heeft gezegd dat na globale
verkenningen gebleken is dat door de bouw van de sporthal geen extra ver
hogingen van de belastingen nodig zal blijken.
Hij vraagt nu wat er voor de Rijsbergenaren wel te verwachten is. Hij tipt
daarbij aan de hertaxatie van de onroerendgoedbelastingen, de aankoop
van de D.C.O. van 1.200.000,00 en de bouw van de hal van 1.500.000,00
waar hij mee zit omdat met dit bedrag een heel mooi project te verwezenlijken
was, zoals de brandkranen en persleiding. Rijserf kost meer dan aanvankelijk
was verwacht.
Hij vindt dat de bevolking van Rijsbergen voor een opbrengst van de lasten komt te
zitten in 1981 waar nogal commentaar op zal komen. Naar zijn mening terecht.
De verenigingen hebben allemaal de enquête beantwoord. Naar aanleiding van deze
gegevens welke op papier staan heeft hij menig secretaris gebeld. Elke secretaris
antwoordt dat het financieel zo moeilijk wordt, dat men zal moeten blijven
gebruik maken van zijn oude accomodatie.
Dat houdt voor Stik in de zaal waar men nu zit. Voor de turnclub de gymzaal
waar men nu gebruik van maakt. Voor V.V.R. wordt het een hele aparte zaak
wanneer er een sporthal komt. Veldvoetbal en zaalvoetbal daarover zijn
in diverse gemeenten rellen ontstaan.
Hij dacht van de 38 uur, welke gepland zijn voor diverse Rijsber^e verenigingen
dat men deze minimaal moest halveren en misschien nog meer.
Hij blijft erbij dat het moeilijk aantrekkelijk zal blijven voor verenigingen
van buiten Rijsbergen.
Door hem zijn diverse sportambtenaren in verschillende gemeenten benaderd.
Men draait overal met scholen, 's Avonds is men volledig bezet. In de
weekenden is men ook volledig bezet. Maar de exploitatietekorten die
vliegen de pan uit. Als men een prijs moet vragen om de exploitatie redelijk te
maken dan krijgt men niemand binnen. Dat zal ook in Rijsbergen gebeuren.
Het exploitatietekort zal met sprongen omhoog gaan. Hij vindt dat men op de