- 33 -
De heer Verpaalen vraagt wat er gebeurt indien de raad afwijkend op deze
beschikking beschikt.
De voorzitter antwoordt dat de raad het laatste woord heeft.
Het voorstel wordt verwezen naar de commissie financiën.
Hoofdstuk II wordt hierna vastgesteld.
Hoofdstuk III: Openbare Veiligheid geen opmerkingen.
Hoofdstuk IV: Volksgezondheid geen opmerkingen.
Hoofdstuk V: Volkshuisvesting:
De heer van den Bemd vraagt ten aanzien van post 236 of in plaats van 10.000 km
dit niet 1000 km moet bedragen.
De voorzitter beaamt dit.
Hoofdstuk VIOpenbare werken
De heer van den Bemd merkt t.a.v. post 304 dat wethouder Nooren hoopt
dat de inwoners in het buitengebid massaal zullen deelnemen aan de
reinigingsdienst. Zijn mening is dan dat er maar heel mager is gepland.
40% deelname aan de reinigingsdienst.
Wethouder Nooren antwoordt dat dit voor 1980 een reële verwachting is.
Zijn opmerking geldt voor de komende jaren.
De heer Huijbregts wenst ten aanzien van post 117 van hoofdstuk VII nader te
worden geinformeerd over de verhoging van de pacht van de heer van Steen.
Immers hij betaalt al meer dan de andere pachters, nu wordt de pacht weer verhoogd
omdat het kwekerijgrond is. Hij vindt dit wat onredelijk.
Wethouder Nooren antwoordt dat betrokkene inderdaad meer betaalt dan de andere
pachters, maar hij heeft ook veel groter perceel.
Evenwel per h.a. omgerekend betaalt hij beduidend minder dan de andere pachters.
Als het terrein als kwekerijgrond in gebruik is dan komt men in een andere
categorie te liggen.
De heer Huijbregts vindt indien men met een kwekerij begint is dit een arbeids
intensief bedrijf. Indien men dan ineens zo 'n grote pacht moet gaan betalen
is het verschil toch wel groot.
Wethouder Nooren echter stelt dat de heer Huijbregts de zaak anders ziet.
In eerste instantie is betrokkene al jaren bezig met een kwekerij
Door omstandigheden is hij niet akkoord gegaan met verhoging, terwijl de andere
pachters vrijwillig met de verhoging akkoord zijn gegaan.
De arbeidsintensiviteit komt weer de produkten ten goede. Dit staat los van de
waarde van de grond als gebruik.
De heer van den Bemd heeft t.a.v. dit punt de vergadering van 9 maart 1978 na
geslagen. Toen is een besluit genomen dat de pachtsommen voor een bepaalde
periode zijn vastgesteld. Er is toen een aparte regeling getroffen voor de
heer van Steen. Deze zou toen al een beduidende hogere pacht betalen dan de andere
pachters. Hij vindt dat men nu niet weer een extra verhoging kan toepassen.
Dat was toen gesteld voor de heer van Steen op 500,00 per h.a., terwijl de
andere pachters 270,00 per h.a. moeten betalen.
Wethouder Nooren antwoordt dat de heer van Steen toen niet akkoord is gegaan
met de verhoging. Na drie jaar kan men verzoeken om verhoging.
Dit is voorgelegd aan de grondkamer. De grondkamer heeft toegestemd in de
verhoging. Maar uiteindelijk komt dit eerst aan de orde in de decembervergadering.