20 (Hoofdstuk IV) Volksgezondheid met een totaal aan uitgaven 134.000 gulden, waarvan de gemeenschappelijke regeling Stadsgewest maar liefst ruim 79.000 gulden zijnde bijna 60% voor zijn rekening neemt; daarvan wordt een bedrag van ruim 40.000 gulden (ruim de helft) geraamd voor de jeugdgezond heidszorg. Ik wil hier echter de volgende opmerkingen maken: 1. Bij een andere gelegenheid is gesteld dat de kosten voor de jeugdgezond heidszorg voor 00% door het rijk worden vergoed. Bij dit hoofdstuk zou men dan ook aan de inkomstenkant een bedrag ver wachten van 32.000. Dit is echter niet het geval. Wat is hiervan de oorzaak. 2. Ik wil er nogmaals de nadruk op leggen dat vooral de jeugdgezondheidszorg primair een verantwoordelijkheid is van de ouders in samenwerking met de huis arts waarbij ook de kruisverenigingen een taak toebedacht kan en moet worden. Het komt mij voor dat de huidige trend onvoldoende en niet in de juiste verhoudingen op dit principe gebaseerd is en derhalve een aantal doublures in het leven geroepen heeft die onnodig veel geld kosten. Ik wil er nogmaals op aandringen dat derhalve naarstig gezocht moet worden naar alternatieven, waarbij binnen het kader van de primair betrokkenen en verantwoordelijken mogelijk dezelfde service verleend kan worden maar dan in enkelvoudige vorm. Mogelijk speelt in dit verband ook de 80% Rijksregeling een rol. Gaarne zouden wij de consequenties van een dergelijke stap uitgewerkt zien in overleg met de betrokken instanties. Hoofdstuk V Woningbouw Ik wil gaarne bij deze gelegenheid mijn ergernis uitspreken over de steeds terugkerende uitspraken en publikaties t.a.v. de woningbouwprogramma's der gemeenter^ zoals die recentelijk door de hogere overheden worden gelanceerd. Men pleegt herhaaldelijk de gemeentelijke overheden te verwijten onvoldoende aktief te zijn op dit gebied, terwijl anderzijds men die gemeenten aan handen en voeten bindt door beperking en contingentering. In dit verband dient nog opgemerkt te worden dat nog niet het aantal van 15 W-w. woningen van het contingent 1979 in bewerking is. Wij willen derhalve aan dringen op haast in deze c.a. alternatieven te zoeken voor het behoud en de realisatie omdat eenmaal opgelopen achterstand niet meer in^gehaald kan worden. Op zo kort mogelijk termijn i.v.m. steeds stijgende kosten. Evenals vorig jaar wil ik aandringen op het onderzoeken van de mogelijkheden die er kennelijk nog zijn voor extra toewijzing van woningen voor onvolledige gezinnen c.q. alleenstaanden en ik vraag mij af welke werkelijke aandacht in het afgelopen jaar aan deze destijds gedane suggestie is besteed. -Rammelen met Subsidie pot -Grondverwerving op ruimere schaal. Hoofdstuk V Volkshuisvesting GD Hoofdstuk VI Openbare werken GD Het begrotingstotaal van Openbare werken wordt in aanzienlijke mate negatief beïnvloed door het wegvallen van de mogelijkheden in E.A.W. verband uit te voeren projecten en positief als gevolg van de gewijzigde opzet van de reinigingsdienst. Ik wil bij deze in overweging geven te bezien of er mogelijkheden zijn de werkzaamheden, welke voorheen in EAW verband werden uitgevoerd uit te besteden dan wel evt. via een investering zodanige voorzieningen te treffen dat de door het afstoten van de uitvoering van de gemeentereiniging de daar door vrijkomende mankracht ingezet kan worden voor gemechaniseerde uitvoering van het werk dat voorheen in EAW verband plaatsvond.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1979 | | pagina 36