ft -3 - compromis te komen, wat zowel voor de gemeente, de bedrijven als de planologen acceptabel is. Als men de beide lokaties bekijkt dan kleven aan beide lokaties het bezwaar welke reeds gememoreerd zijn. Bij beiden zitten verkeerstechnische aspecten, waar men niet te licht over moet denken. Als voorbeeld geeft hij het uitrijden van lange vrachtwagencombinaties over het rijwielpad. Ter plaatse is een druk rijwielverkeer. Het terrein achter de oude baan is niet gesthikt voor vrachtwagencombinaties welke aan de maximale lengte en breedte zitten. Beide bedrijven welke in eerste instantie van dit terrein gebruik moeten maken zijn nu juist bedrijven waar deze vrachtwagencombinaties komen. In het kort: beide terreinen hebben voordelen, maar beide terreinen hebben ook nadelen. Het staat bij hem nog niet vast dat er een ander terrein te vinden is dat minder nadelen kent, maar dezelfde voordelen heeft. Enkele suggesties zijn al gedaan. Vandaar dat hij aandringt dat de commissie ruimtelijke ordening deze suggesties verder uitdiept en zoveel mogelijk elke lokatie op zijn voor- of nadelen bekijkt. Daarna kan tot de meest gunstige lokatie voor de aanleg van een bedrijventerrein worden gekomen. In principe kan hij met het voorstel van burgemeester en wethouders meegaan tot het nemen van het onderhavige voorbereidingsbesluitwaarbij hij aan wil vastkoppelen dat men zich niet beperkt tot deze twee mogelijkheden. De voorzitter antwoordt dat in eerste instantie een tekening was bijgevoegd waarop voor een gebied het voorbereidingsbesluit zou gelden. Later is gebleken dat dit gewijzigd moest worden. Enerzijds omdat een van de bedrijven daar om privé-omstandigheden niet kan zitten. De tweede reden is dat een groot gedeelte was ingetekend, dat betrekking had op een jong boerenbedrijf. Hierover is nader overleg met de P.P.D. gevoerd wat geresulteerd heeft in het uitlichten van dat gedeelte, maar dan moest er een compensatie worden bevonden voor een bedrijf en dat is gevonden achter het politiebureau. Met het expeditiebedrijf Embregts is men vanaf 5 oktober 1976 bezig om dit bedrijf verplaatst te krijgen. Allereerst is getracht aan de Antwerpseweg, dat is mislukt. Geprobeerd is aan de Beemdstraat, maar ook dat mocht niet. Aan de Ettenseweg ging dit ook niet door. Daarbij is later het ander bedrijf bijgekomen, wat erg moeilijk zit. Deze twee bedrijven vragen op korte termijn een oplossing. Daarnaast is een enquête gehouden om te zien of er nog meer bedrijven interesse hebben. Uiteindelijk zijn er nog zeven, waarvan gesteld moet worden dat deze nog een plaats moeten krijgen. Een en ander dringt nog niet zo, ofschoon gesteld moet worden dat bij sommigen het niet te lang mag duren. De onderhavige twee dienen op korte termijn te worden geholpen. Uitstel kan niet meer lijden, indien men de werkgelegenheid wil veilig stellen. Over dit bedrijventerrein is herhaalde malen met de P.P.D. gesproken. Zelfs is getracht aan de Tiggeltsebergstraat een lokatie te vinden ter hoogte van Buckens. Uiteindelijk is het voltallig college met iemand van de P.P.D. naar enkele lokaties geweest. De volgorde is nu wat hier ter tafel ligt. Hij zou het betreuren indien het zover kwam dat een of beide bedrijven zich buiten Rijsbergen zou moeten vestigen. Nu de P.P.D. een terrein ongeveer heeft voorgeschreven meent hij dat de raad een beslissing moet durven nemen en deze bedrijven voor Rijsbergen tracht te behouden. Hij denkt niet dat een terrein kan worden gevonden waar absoluut geen bezwaren aan kleven.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1979 | | pagina 88