- 7 -
Wethouder van Kuijck antwoordt hierop dat ingevolge de bibliotheekwet de raad
de begroting van de plaatselijke bibliotheek afzonderlijk moet goedkeuren.
De begroting wordt hierna goedgekeurd.
16. VASTSTELLING VAN DE VRAGENLIJST NIEUWBOUW C.Q. VERBOUW VOOR DE JAREN 1980-
1981-1982.
De heer Verpaalen merkt op dat dit stuk wordt gepresenteerd om de raad mee
te laten spreken in de gehele gang van zaken, maar hij heeft daar niet veel aan
wanneer ruimschoots tevoren wordt vastgesteld wat het maximaal aantal te bouwen
woningen voor Rijsbergen mag zijn. Hij ziet het meer als het paard achter de wagen
spannen en een hoop werk op de hals halen dan werkelijk een beleid uit destilleren.
De heer van den Bemd kan met het gestelde door de heer Verpaalen meegaan.
Hij zou er in ieder geval op willen aandringen, dat in 1982 minimaal 40
woningen in Rijsbergen kunnen worden gebouwd. Maar daarnaast mag zeker niet
worden vergeten dat er per jaar 15 woningwetwoningen kunnen worden gebouwd. Dat is
volgens hem het belangrijkste.
Wethouder van Kuijck kan ook met de gedachten,verwoord door de heren Verpaalen
en van den Bemd, meegaan. Er wordt van hoger hand maar voorgeschreven hoeveel
woningen men maximaal mag bouwen, in de stukken staat ook dat het college
bezwaar heeft tegen minder dan 40 woningen te bouwen in 1982. Indien de raad dit stand
punt deelt, dan zal het college hier de nodige stappen voor nemen. De woningwet-
bouw dient in ieder geval veilig te worden gesteld.
De heer van den Bemd merkt wel op dat er slechts acht woningwetwoningen zijn
gepland.
Wethouder van Kuijck is van oordeel dat dit geen wet van Meden en Perzen is,
zodat dit getal nog wel omhoog kan.
De heer Vogels vraagt in hoeverre het plan van het Stadsgewest is ontwikkeld
om de woningwetwoningen op te sparen en uit te wisselen.
Wethouder Nooren is wegens verhindering van wethouder van Kuijck naar de
bespreking in Chaam geweest en daar is naar voren gekomen dat verschillende
gemeenten de bestaande situatie gehandhaafd zouden willen zien, zolang men van
G.S. de toestemming krijgt om van het ene jaar het contingent naar het andere
jaar over te hevelen.
Daar de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de laatste tijd nogal
moeilijke vragen te beantwoorden krijgt in de Kamer is wel het gevaar dat G.S.
geen toestemming meer zouden geven en dan is het aantrekkelijk vooral voor de
kleinere gemeenten om samen dit te bekijken en vooral als er geen grond is
of geen mogelijkheid om in een jaar te bouwen, het contingent over te hevelen naar
een andere gemeente met de zekerheid dat het jaar daarop dit aantal weer aan de
oorspronkelijke gemeente wordt afgestaan. Dit zal.op een later tijdstip in de
Stadsgewestraad behandeld worden.
De heer Vogels denkt dat het dan ook makkelijker zal zijn om een aannemer te
vinden indien men een groter contingent bouwt.
Het leek hem een goede zaak dat dit gerealiseerd zou kunnen worden.
De voorzitter merkt nog op dat de raad bezwaar dient te maken tegen de toewijzing
en niet het college.
De raad gaat hiermede akkoord.
4