- 5 - Er is toen toegezgd, dat men met 4.000,overheadkosten afkwam. Dat is nooit zwart op wit gesteld. Later heeft men gezegd dat de direkteur geen handelingsbevoegdheid had. De schadeclaim werd gesteld op ongeveer 60.000, Op verzoek van de voorzitter is dit in de ledenraad aan de orde gekomen. Daarin' kreeg het dagelijks bestuur de machtiging om dit met het gemeentebestuur te regelen. Toen is het compromisvoorstel gedaan, wat destijds bij de uittreding ook al was gedaan, van maximaal 1/5 van het bedrag. Dat is ook door het bestuur overgenomen. Er wordt met dit voorstel altijd nog ongeveer 45.000,door Rijsbergen mee verdiend. Een bevredigende oplossing zal de een wel en de ander niet vinden. Hij ziet echt geen kans om dit bedrag nog verder terug te schroeven. De mogelijkheid bestaat om dit tot in hoogste instantie uit te vechten, maar dan bestaat de vraag of men dan gelijk krijgt. Vandaar dat het college met dit voorstel is gekomen. De provincie wacht met het opleggen ingevolge artikel 240 gemeentewet tot de raad een uitspraak doet. De heer Daemen vraagt wat de andere twee gemeenten als schadeclaim hebben betaald. De voorzitter antwoordt dat Prinsenbeek en Teteringen niets hebben betaald omdat deze gemeenten waren uitgetreden vóórdat de regeling in deze zin werd gewijzigd. Toen is Rijsbergen op verzoek alleen bij Bouwtoezicht gebleven en als beloning mag men dan een schadeclaim betalen. De heer Martens heeft de bevestiging in de notulen van 18 augustus 1977, waarin wordt gesteld dat Prinsenbeek en Teteringen zijn uitgetreden voor de wijziging van de gemeenschappelijke regeling zodat zij niets hoefden te betalen. Zijn vraag blijft of de gemeente nog iets te verwachten heeft van de sommatie van GS De voorzitter antwoordt dat G.S. op de hoogte zijn van de situatie en daarom ook de sommatie hebben laten liggen tot de beslissing van de raad bekend is. De heer Goos stuit het steeds tegen de borst dat alle brieven van Bouwtoezicht komen van Markt Prinsenbeek en dat is het gemeentehuis en dat de burgemeester van Prinsenbeek Rijsbergen sommeert te betalen en zelf weg is voordat betaald moet worden. De voorzitter antwoordt dat dit ook bij het college naar voren komt. Vandaar dat het college niet verder wil gaan dan dit voorstel. Spreker heeft problemen met het voorstel van de heer van den Bemd om het aan te houden. Hij zou dit geval nu willen afwerken. Indien de heer van den Bemd nadere informatie wil hebben dan is de voorzitter gaarne bereid dit staande de vergadering te geven. Het dossier had bij de stukken kunnen liggen, dat geeft de voorzitter toe, maar het doet weinig aan de zaak uen principe af. De heer Goos heeft al deze jaren meegemaakt en hij kent de situatie. Hij is van oordeel, dat er weinig meer uit te halen is door het voorstel aan te houden. Hij zou willen voorstellen dit bedrag maar gauw te betalen, dan is de zaak opgelost. Vervolgens wordt de begrotingswijziging vastgesteld.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1979 | | pagina 77