4
10. VASTSTELLING VAN DE SLOTWIJZIGINGEN OVER HET DIENSTJAAR 1978.
De heer Martens spreekt als voorzitter van de commissie financiën.
De commissie heeft een rapport over de slotwijzigingen uitgebracht. Daarop
hebben burgemeester en wethouders gereageerd. Naar aanleiding daarvan
vraagt de commissie zich af of aan de beide posten tussen november 1978
en augustus 1979 harder aan getrokken had kunnen worden.
Wat de dakbedekking betreft van de ambtswoning wil hij erop wijzen dat
men met de offerten rond moet zitten voordat men de begroting 1980 behandelt.
Dit in verband of men nog moet reserveren in 1980.
De voorzitter - merkt op dat in deze zin ook het antwoord van het college
was. Wat de dakbedekking betreft meent hij dat men voor 1979 geen illusie
moet maken. Het zal zeker duurder zijn. Hij denkt dat de reservering voor
1980 erbij zal moeten komen.
De post riolering zal nog in 1979 geheel besteed worden.
De slotwijzigingen worden vervolgens ongewijzigd vastgesteld.
11BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN SCHADECLAIM IN VERBAND MET UITTREDING VAN HET
ONDERDEEL BOUWTOEZICHT BIJ BOUWTOEZICHT WEST-BRABANT DOOR VASTSTELLING VAN DE
43e WIJZIGING BEGROTING ALGEMENE DIENST 1979.
De heer van den Bemd wil voorstellen om het voorstel aan te houden omdat
slechts een klein gedeelte van het rapport bij de stukken ter inzage lag.
Er moet een behoorlijk rapport van deze zaak zijn omdat het reeds verschillende'
jaren loopt. Hij wil dit weieens van A tot Z doornemen.
De heer Verpaalen vindt dat alhoewel Bouwtoezicht formeel wel recht zal hebben
op een vergoeding, ofschoon dit door de manipulaties van de bedragen sterk is
ontkracht, in feite Bouwtoezicht geen poot heeft om op te staan. Men wil toch
vasthouden aan een schadeclaim. Formeel wil hij wel betalen, maar met de
restrictie dat wanneer de situatie verandert men nog iets kan claimen.
De heer Vogels vraagt wanneer de ledenraad de schaderegeling kan wijzigen.
Of is dit de wens van de gedachte.
De voorzitter antwoordt dat het mogelijk is dat andere gemeenten zouden uittre
den en dat zij niet hoeven te betalen. Dan wil de gemeente Rijsbergen de
betaalde claim terughebben.
De heer Vogels merkt op dat indien een andere gemeente uittreedt Bouw
toezicht op dezelfde gronden een schadeclaim kan berekenen. Gedeputeerde
Staten stellen toch in feite Bouwtoezicht in het gelijk. Hij vraagt zich dan
af hoe groot de kans is dat een volgende gemeente geen schadeclaim hoeft te
betalen»
De voorzitter antwoordt dat de provincie zeker Bouwtoezicht niet gelijk heeft
gegeven. Deze aangelegenheid loopt vanaf 1972. Daarvoor bestond er een
kring Prinsenbeek, Rijsbergen en Teteringen. Prinsenbeek en Teteringen zijn
uitgetreden. Alleen Rijsbergen bleef over. Men kan zich afvragen of één
gemeente een kring was. Daarna is de regeling gewijzigd dat bij uittreding
men een bepaald percentage van de kosten moet betalen 75%, 50% en 25%.
Als men de regels hanteert van die verordening dan komt men er niet onder
uit. De voormalige burgemeester, lid van het hoofdbestuur en dhr. Huys,
directeur van Bouwtoezicht, en het toenmalige college hebben de onderhandelingen
gevoerd.