26 Persoonlijk kan hij er inkomen dat deze vereniging nog al wat gedaan heeft voor Rijsbergen. Dat zijn zaken die duidelijk voorbijgaan als dit niet op papier staat. De commissie kan niet alles bijhouden. Dat is geen eenvoudige zaak. Hij laat het aan de raad over wat men wenst te beslissen. De heer Vogels maakt bezwaar op de wijze waarop de wethouder als voorzitter van de commissie welzijn het standpunt van de commissie verdedigt. De leden van de commissie hadden over deze zaak een zeer eensluidend standpunt. Hij blijft bij dit standpunt. De wethouder wil zich niet achter de commissie verschuilen. Het is nu eenmaal een feit dat wanneer de commissie, indien men de beschikking had gehad over deze gegevens anders had vergaderd. De heer Vogels is van oordeel dat de voorzitter van de commissie behoort te zorgen dat deze gegevens tijdens de vergadering bekend zijn. Daar stemming wordt verlangd gaat de voorzitter tot stemming over. Voor het voorstel van burgemeester en wethouders verklaren zich de heren Jochems en Vogels. Tegen het voorstel verklaren zich de heren van Kuijck, Nooren, Goos, mevr. van den Bemd, de heren Verpaalen, Daemen, van Aert, van den Bemd en Martens. Het voorstel is verworpen met 9 tegen 2 stemmen. Thans komt in stemming het voorstel van de heer Martens 1000,00). Voor het voorstel verklaren zich de heren van Kuijck, Nooren, Goos, mevr. van den Bemd, de heren Verpaalen, Daemen, van Aert, van den Bemd en Martens. Tegen het voorstel verklaren zich de heren Jochems en Vogels. Ondanks het feit dat de voorzitter in één vergadering voor de derde maal alleen staat wenst hij de Houtbond van het N.K.V. alle goeds toe. 25. SCHRIFTELIJK VRAGEN INGEVOLGE HET REGLEMENT VAN ORDE. Aan de orde worden gesteld de vragen van de heer Jochems. De eerste vraag gaat over een te bouwen instructiezwembad door L. Snellen. Wethouder van Kuijck antwoordt dat het college de eis aan de te bouwen in_ struktiezwembad had verbonden ^at het geschikt moest zijn voor schoolzwemmen en aan de voorwaarden hiervoor moest voldoen. In eerste instantie had hij daar geen moeite mee, maar bij nadere bestudering en samenspraak met het onderwijzend personeel bleken nogal wat wensen en eisen op tafel te komen, waaraan dit bad moest voldoen, zoals kleedlokalen en beweegbare vloer. Gebleken is dat dit financieel voor de heer Snellen niet haalbaar zou zijn. Daarop heeft betrokkene op 14 februari 1979 zijn aanvrage ingetrokken. De tweede vraag handelt over het ponyterrein als urgent werk. Wethouder van Kuijck antwoordt dat er een tijdelijke oplossing is gevonden voor de rijvereniging aan de Finéstraat groot ongeveer 1^ ha. Wel wordt het bestaande terrein aangehouden. Voort wordt naarstig gezocht naar een definitief terrein, wat nog niet is gevonden. De eerste twee jaar kan men aan de Finéstraat terecht.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1979 | | pagina 67