- ii De heer Vogels vraagt wanneer verliest men nu het Rijsbergenaarschap en wel in zoverre dat je iets kunt claimen op grond of woning. De rol van de ouders is veel te overtrokken. De heer Verpaalen is van oordeel, dat het begrip Rijsbergenaar of nog niet duidelijk uitgediept moet worden. Een ander facet kan men ook niet omheen, dat oud Rijsbergenaren een welkome aanvulling zijn geweest om de bejaardenwoningen te vullen en nu met volle teugen genieten van het Rijsbergenaarschap. Men kan lang en breed elk detail gaan uitspinnen en als dat gebeurt zit men hier de volgende dag nog en dat is niet de bedoeling. Hij stelt derhalve voor de zaak aan te houden. Zowel van de raadskant als van de kant van de ambtenaren is meer tijd nodig om meer details op papier te krijgen Het is veel te belangrijk om dit zo maar af te doen. Wethouder Nooren vindt de opmerking van de heer Goos juist. Ook hij stelt het begrip economisch gebonden wat enger. Immers is het noodzakelijk dat iemand die in een naburige gemeente woont en in Rijsbergen werkt hier komt wonen? Ook in andere gemeenten speelt dit probleem. De wethouder vraagt zich af welke overheidsmaatregelen de heer van den Bemd wenst. Met de stelling van de heer Jochems kan hij meegaan. Maar ook een termijn stellen zoals de heer Verpaalen aangeeft kan problemen oproepen. De heer Vogels merkt op dat wat de heer Verpaalen heeft bedoeld voor dit ogenblik geldt. Thans is aan de orde een beleidsvisie op de toekomst. In de toekomst komt aan de orde de vergrijzing, dat betekent dat binnen nu en 10 jaar het probleem om bejaardenwoningen bij Rijserf toe te wijzen uit de wereld is en zelfs nijpend zal zijn. Wethouder Nooren geeft dit toe. Er is overigens een volgorde gesteld. De strekking van deze nota is dat wat eerst genoemd is ook eerst aan bod komt Hij gelooft toch een puntenstelling in te voeren. Derhalve stelt hij voor om voorlopig de normen, welke thans gelden, te hanteren en op korte termijn nader te beraden over wat is aangedragen en dit te vertalen in een goed puntenstelsel om zodanig de regeling af te ronden. De heer Vogels zou gaarne punt f op pagina 10 naar voren willen halen. Dat is in lijnrechte tegenspraak met eerder gedane uitspraken. De heer Verpaalen is gelukkig met het voorstel van de wethouder. Immers de wethouder is tijdens het debat ook reeds met nieuwe suggesties gekomen. Derhalve moet er meer tijd gegund om nog meer gedachten te kunnen uitwerken. In eerder gedane uitspraak over opname van oud-Rijsbergenaars in Rijserf heeft hij bedoeld dat dit ook een factor is waar men rekening mede moet houden De heer van den Bemd vindt het grote knelpunt komen, wanneer de agrariërs om een of andere reden het bedrijf afstoten, waardoor de gemeenschap met die panden komt te zitten, dan dat minimum-inkomers een woningwetwoning willen kopen De wethouder kan de gedachte van de heer van den Bemd begrijpen, maar hij vraagt zich wel af welke overheidsmaatregelen men wenst dat er genomen moeten worden. De heer van den Bemd wil daarom een motie vanuit de raad naar de provincie sturen om die maatregelen van de rijksoverheid te doen bespoedigen. De wethouder heeft de heer van den Bemd aanvankelijk verkeerd begrepen. Er is een groot verschil tussen de huisvestingswet en huisvestingsnota. In het eerste geval maakt de regering uit wie in Rijsbergen mag komen wonen. Dat gaat hem te ver. Maar nu bedoelt vraagsteller iets anders en daar kan' 4

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1979 | | pagina 52