- 2 -
De voorzitter antwoordt dat de rekening inderdaad iets eerder aan de raad zou
kunnen zijn aangeboden. Gedeputeerde Staten hebben op 10 januari de jaarrekening
verzonden en inzake de opmerkingen is het antwoord verzonden op 5 februari 1979.
Overige opmerkingen hebben over het algemeen betrekking op de brieven van de
heren van Campen en Maas. De brief van de heer Maas is iets te laat geweest en
is daarom niet meer bij de stukken gevoegd. De brief is van dezelfde strekking
als die welke aan de heer van Campen is gezonden.
De opmerking van de heer Vogels dat de gemeente aan de heer van Campen heeft
geschreven dat de gehele verkeerssituatie rustiger zou worden terwijl de gemeente
schrijft aan het stadsgewest dat geluidhinder ontoelaatbaar wordt, moet men
echter onderscheid maken tussen het verkeersbeeld bij de lichten
en de ontoelaatbare geluidhinder wat door het college bedoeld wordt in de
gehele kom.
Het is niet de geluidhinder welke veroorzaakt kan worden. Daarop kan niet
op vooruit worden gelopen, maar met de ontoelaatbare geluidhinder wordt bedoelt
bij de twee bochten en het rechte gedeelte in de Sint Bavostraat. Daar is
de overlast nog hoger dan bij de verkeerslichten die gepland zijn.
De voorzitter vindt het helemaal niet erg dat de bezwaren zijn ingekomen.
Het is alleen maar een reden om nogmaals over de geluidoverlast van het
vrachtverkeer iets te ondernemen. De brieven ondersteunen alleen maar de
gedachten inzake de geluidhinder.
De heer van den Bemd heeft gesteld dat er maatregelen moeten worden genomen.
Hij vraagt zich af welke maatregelen de heer van den Bemd bedoelt.
Er zijn verschillende maatregelen om de geluidoverlast te beperken.
Men kan iets aan de weg doen, maar dat is niet mogelijk. Er zijn twee snijpunten
van 11 meter. Dan zou men woningen moeten slopen, wat niet de bedoeling is.
Overigens is het daarmede niet opgelost, want in de voorbouw van het gemeentehuis
kan men bij het openzetten van de ramen het lawaai horen dat altijd nog veel meer is
dan waar de briefschrijvers het over hebben.
In de bewuste bochten is het nog erger.
Het is ook niet mogelijk om vanaf de bredaseweg tot de Antwerpseweg alle
woningen van dubbele beglazing te voorzien.
Een andere mogelijkheid is dat men aan het verkeer iets doet. Dan zullen
alle wapens moeten worden aangegrepen om hier iets aan te doen.
Met de heer Verpaalen wil hij daarom in eerste instantie rustig afwachten
wat het T.N.O. -onderzoek zal opleveren. Ingevolge de nieuwe wet geluidhinder
zijn regels gesteld om een dergelijk onderzoek te doen plaats vinden.
Het advies dat t.z.t. het T.N.O. uitbrengt wordt dan gezonden aan de minister,
die de onderzoeken toetst aan de urgentie. De minister gaat naar de urgentie
al of niet een bijdrage toekennen in de bestrijding van de geluidhinder.
Wat verder nog de vraag van de heer Verpaalen betreft inzake de passage waaraan het
college zich conformeert met betrekking tot de overname van de schadeclaim
door het rijk m.b.t. de aanleg van de weg A 58, verwijst de voorzitter naar
het gestelde in het schrijven van de minister van verkeer en waterstaat waar
deze schrijft dat indien in beroep ook de Kroon de planschade ing.
de Wet op de Ruimtelijke Ordening toekent deze door rijkswaterstaat van de
gemeente wordt overgenomen.
De heer Vogels merkt op dat hij geen antwoord heeft gehad waarom de bezwaarmakers
zo laat antwoord hebben gekregen en hij heeft ook geen antwoord gekregen op de
vraag of de stoplichten aan de Julianastraat en bij de school gesynchroniseert
worden.
De voorzitter antwoordt dat het late antwoord mede is te wijten omdat aan
externen o.m. rijkswaterstaat advies is gevraagd. Dat is medio februari binnen
gekomen. Men heeft in maart bericht gehad. Het zou wellicht 14 dagen eerder
hebben gekund.
De heer Vogels merkt op indien men gaat dreigen, dat men dan wel antwoord krijgt.