- 8 -
Mevr. van den Bemd kan zich bij de uitspraak van de heer Jochems aansluiten.
Zij heeft geen moeite dat aan betrokkene een bouwvergunning wordt verleend.
In het voorstel staat niet wat het standpunt van het college is.
De heer van Aert is blij dat de commissie ruimtelijke ordening unaniem
goedgunstig heeft geadviseerd ter verkrijging van een bouwvergunning.
Hij vindt dat op het perceel, dat er zo verlaten bij ligt, een woning dient
te worden gebouwd.
De voorzitter merkt hierbij op, dat dit geen argument is.
De heer Verpaalen kan zich bij het advies van de commissie ruimtelijke
ordening aansluiten. Bij de behandeling in de commissie is nog een vraag
aan de orde gekomen ten aanzien van lid 3 van artikel 23, wat moest worden
volstaan onder "voldoende".
De voorzitter antwoordt dat onder "voldoende" moet worden volstaan een
voorafgaande verklaring van de Waterleidingmijdat de druk voldoende is en
vervolgens een verklaring van de brandweercommandant dat de brandpreventie
voldoende is. Als die verklaringen binnen zijn dan kan de verklaring van
geen bezwaar worden aangevraagd.
De raad besluit het beroep gegrond te verklaren en het college uit te nodigen
alsnog een verklaring ingevolge de artikelen 19 W.R.O. jo. 50 Woningwet aan
te vragen
13. SCHRIFTELIJKE VRAGEN INGEVOLGE HET REGLEMENT VAN ORDE.
Schriftelijke vragen zijn ingediend door de heer van den Bemd.
De eerste vraag handelt over de instelling van de commissie georganiseerd
overleg in ambtenarenzaken.
De voorzitter antwoordt dat twee van de drie ambtenarenorganisaties hierover
een advies hebben uitgebracht, dat positief was. Zodra ook de derde
organisatie heeft geantwoord zal een voorstel aan de raad worden gedaan.
De tweede vraag handelt over de beheerderswoning van "Rijserf".
De voorzitter antwoordt dat er wel onderhandelingen worden gevoerd, maar
wanneer dit wordt gerealiseerd kan hij niet zeggen.
De derde vraag gaat over de artsenpraktijk.
De voorzitter antwoordt dat heden hierover een persbericht is verschenen
en dat er advertenties zijn geplaatst over de overdracht van de praktijk.
Het is naar zijn mening niet de taak van de raad hierop in te gaan daar de
volksgezondheid niet in gevaar is gebracht omdat van de een op andere dag
er twee nieuwe artsen waren.
14. RONDVRAAG.
De heer Jochems merkt op dat het de fractie grote zorgen baart over het
functioneren van het personeel in de buitendienst. Er blijken maar enkele
mensen aktief nog te werken.
Vervolgens vraagt hij hoe de bespreking is verlopen tussen het waterschap
en de gemeente over de ontwatering van de gronden aan de Belgische grens.
De fractie zou op zeer korte termijn een nota ontvangen inzake het oplossen
op korte termijn van het parkeerprobleem binnen de bebouwde kom. Er komen
steeds meer auto's en de bestaande oude dorpskern blijft even klein. Hij
zou daarom gaarne drie mogelijkheden zien welke het college aangeeft om dit
probleem op te lossen en dit met de raad bespreken.
De voorzitter kan staande de vergadering geen oplossing geven.
Volgens hem zijn er drie zieken n.l. de heren Nouwsstratenmaker, en
Nouwsstraatveger, alsmede de heer van Engelen.