- 15 - De heer Daemen leest in het voorstel dat er problemen zijn met dranghekken. In de verenigingen waar men dranghekken nodig heeft, zijn nooit problemen voorgekomen. Indien men ze nodig heeft, dan worden deze aangevraagd en thuis bezorgd. Hij begrijpt derhalve niet de noodzaak hiervan. Wethouder Nooren antwoordt dat het college het laagste bedrag heeft voorgesteld. Indien de raad een hoger krediet wil voteren dan is dit aan de raad. Hij zal nakijken hoe het met de kredietaanvrage is gesteld. Voorts is het niet in alle gevallen mogelijk om dranghekken zo te krijgen. De heer van den Bemd is niet tegen het aanschaffen van dranghekken, maar bij een bepaalde instantie kan men, indien tijdig aangevraagd, dranghekken krijgen. De heer Goos merkt op dat het Oranje-Comitê wel veel moeite heeft gehad om dranghekken te krijgen. Opgevallen is hem dat bij de offerten niet is aangegeven hoe de poten van de hekken zijn gemaakt. Daar zit veel verschil in met betrekking tot de doelmat igheid. Wethouder Nooren antwoordt dat er een verschil in benadering is. Indien tijdig kan men dranghekken krijgen. Wanneer is tijdig. De verenigingen weten ook niet altijd lange tijd van te voren of men dranghekken nodig heeft. Er zijn in het verleden problemen geweest, vandaar dit voorstel. De heer Daemen wil toch de nadruk leggen om de onderstukken van de hekken eerst goed na te gaan, anders drukt men ze om. Het gevraagde krediet wordt verstrekt. 17. KREDIET VOOR AANLEG G.A.I. IN BESTEMMINGSPLAN LAGUITEN III, TEVENS VASTSTELLING VAN DE kZe WIJZIGING BEGROTING ALGEMENE DIENST - 1978. De heer Vogels merkt op dat er slechts een offerte lag, terwijl gesproken wordt van twee offerten. Hij begrijpt niet, nu men in zee is gegaan met Easy Lease Holland, welke ook dit aanlegt, waarom men nu weer met Pieter Stapel komt. Wethouder van Kuijck antwoordt dat de twee offerten betrekking hebben op de twee groepen woningen welke dienen te worden aangeslo ten. F. 'Stapel heeft de C.A.I, in plan Laguiten aangelegd en deze werkt dit plan nu verder af. Het onderhoud komt bij E.L.H. terwijl v.d. Berg c.q. P. Stapel dit in praktijk zullen doen. De heer Vogels vraagt wie verantwoordelijk is voor deze C.A.I. De wethouder antwoordt dat dit E.L.H. is in samenwerking met v.d. Berg en P. Stapel. De heer Daemen vraagt wat er gebeurt als het niet goed is aangelegd. Wie moet dit dan weer regelen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1978 | | pagina 72