- 13 -
Wethouder Nooren antwoordt dat de commissie openbare werken
heeft gesproken om eigendommen niet te verkopen. De achtergrond
was dat men de percelen nodig zou kunnen hebben als ruilobjekt
om andere grond te verkrijgen.
Het oordeel van de commissie was een advies aan het college.
De gedachte van het college kan anders zijn dan van de commissie.
Een punt van overweging van het college is geweest, dat de woning
dermate slecht is dat er veel onderhoud aan moet gebeuren.
Zou de woning niet worden verkocht dan moet de gemeente
dit onderhoud uitvoeren of de bewoner een andere woning ambieden.
Dit laatste is gezien de vele vraag een moeilijke zaak.
Vandaar dat het college wil voorstellen de woning aan de
bewoner te verkopen. Indien overgegaan wordt tot verkoop dan meent
het college dat in eerste instantie de bewoner in de gelegenheid
moet worden gesteld om te kopen.
Er is geen termijn voorgesteld om tot definitieve koop in het
kader van de uitweg met betrokkene over te gaan. Indien de
normale procedure gevolgd wordt dan duurt het toch nog
verscheidene maanden. Indien dan nog geen uitsluitsel is verkregen
dan kan de adspirant-koper nog uitstel vragen.
De woning met grond is voor een bepaalde prijs aangekocht.
Daarop is renteverlies bijgeschreven. Om tot een vergelijkbare
prijs te komen is verder aangehouden de kavelprijs in de Laguiten.
De koper is met de prijs eens.
Bij de woningwetwoningen is een termijn gesteld van 5 jaar om
te voorkomen dat de geqieente een verlies lijdt. In dit geval
is het duidelijk anders.
De heer Jochems vindt dat het nu geen ruilobjekt meer blijft,
want de grond die overblijft ligt tussen diverse percelen ingeklemd.
Er is misschien nog geen weg naar toe. Dit is derhalve geen
redelijk voorstel. In februari lag er wel een redelijk voorstel.
Toen werd het als ruilobjekt voor een perceel grond aangemerkt.
Dat vindt hij nergens meer terug. Dan zou dat ruilobjekt in
Kaarschot later kunnen dienen als ruilobjekt voor de Hooiberg.
Dat bevreemdt hem een beetje.
Wethouder Nooren geeft toe dat dit vreemd over komt.
Er zit nu geen ruilobjekt in. De visie van het college was zoals
hij heeft gesteld de huidige situatie van de woning.
De heer van Aert ziet het toch wat anders. De vorige maal was aan de
orde het gehele perceel, terwijl nu alleen de woning met
ondergrond aan de orde is.
De heer Martens wil vastleggen dat de koper het perceel tien jaar
niet mag verkopen.
De heer Jochems ontzegt de adspirant-koper dat huis niet,
maar de procedure is erg vreemd verlopen. Hij is van oordeel dat
dit niet meer moet voorkomenc
De heer van den Bemd vindt dat de termijn van vijf jaar hier niet
moet gelden daar deze kwestie inzake verkoop al lange tijd speelt,
zoals verkoop evt. aan Braspennincx.