De voorzitter zegt dat dit niet gebruikelijk is. In het verleden
werd een vergoeding betaald aan brandweercorpsen uit de omgeving
indien men assistentie had verleend. Dit zal in de toekomst
niet meer plaats vinden omdat de hulpverlening stadsgewestelijk
wordt geregeld. Ook van verzekeringen wordt niets ontvangen.
De regeling wordt daarop vastgesteld.
12. WIJZIGING VAN DE "VERORDENING OP DE HEFFING VAN ONROEREND-
GOEDBELASTING".
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform
het voorstel van burgemeester en wethouders.
15. VASTSTELLING GEMEENTELIJKE VERGOEDING VAKONDERWIJS ING.
ARTIKEL 103 BIS VAN DE LAGER-ONDERWIJSWET 1920 OVER 1977.
De heer Martens zou gaarne niet spreken van de primitieve begroting
maar van de voorlopige begroting. Hij vindt dit wat kleinerend.
De voorzitter zegt dat dit een vakterm is, welke algemeen gebruikt
wordt.
Vervolgens wordt de vergoeding vastgesteld.
1*f. VERKOOP VAN PAND ANTWERPSEWEG 21, TEVENS VASTSTELLING VAN DE
39e WIJZIGING VAN DE BEGROTING VAN DE ALGEMENE DIENST 1978.
het
De heer Jochems bevreemdtfdat het pand nog ter verkoop wordt aangebc
den want enkele maanden geleden is dit uitvoerig besproken in de
commissie openbare werken en toen was de algemene mening
van de commissie dat eigendommen van de gemeente niet verkocht
moeten worden. Nu worden enkele punten aangedragen om het pand
toch te verkopen, maar hij stelt voor om deze zaak alsnog
te verwijzen naar de commissie. De vergaderingen van de commissie
zijn in zo'n geval een farce als de commissie negatief adviseert
en men doet het dan toch verkopen.
De heer Daemen vraagt hoe lang de termijn moet worden voordat tot
verkoop wordt overgegaan indien de kwestie van de erfdienstbaarheid
wordt uitgezocht.
De heer Goos is van oordeel dat eerst de kwestie van de erfdienst
baarheid dient te worden uitgezocht alvorens tot een definitieve
koop wordt overgegaan. Dus allereerst een voorlopige koop
overeenkomst opmaken.
De heer Vogels vindt dat de reden om in februari niet en nu wel
te verkopen een beetje gekunsteld is. Immers ook in februari
was bekend dat de woning in een dermate slechte staat verkeert.
De geschatte waarde ligt duidelijk beneden de vraagprijs.
Druist het ook niet tegen de regel dat men vijf jaar een huis
moet bewonen voordat men het huis kan kopen.
De heer Martens merkt op dat de adspirant-koper genoegen neemt
met de prijs en er gaarne wil blijven wonen.