- 3 -
De heer Jocheas stelt, nu aanvankelijk de mogelijkheid bestond om nog
11 bouwvergunningen uit te geven er thans wat problemen rijzen.
De een zal geen interesse hebben in een bouwvergunning een ander wel
b.v. voor zijn dochter of zoon, maar dit kan dus niet meer. Degene die
een vrij perceel heeft moet dan persé bouwen.
De voorzitter antwoordt dat het nu slechts gaat over hat nemen van een
voorbereidingsbesluit, het afbakenen van het gebied. De invulling
wat mag of niet mag komt later aan de orde.
De heer van Aert merkt op dat de informatie niet aangeeft dat er kj>
woningen staan. Op de tekeningen staan er echter slechts ongeveer 15,
De kavels kloppenwel. Voor verschillende raadsleden is dit misschien
toch wel onduidelijk.
voorz °e:T, zeSt toe dat een dergelijke kaart kan worden gemaakt.
De heer Kennis vindt dat het een hele doolhof is. Met een kruiwagen
kan men er wel door. Is het niet mogelijk dat de eis kan worden gesteld
dat er een behoorlijkeweg door dit bos komt. De brandweerauto
rijdt er niet in. Wanneer in de achterliggende weilanden een beest
sterft dan moet de eigenaar dit brengen naar de Breedschotsestraat.
voorzitter zal dit bij de ontwerpbepalingen bezien. Hij denkt
zelfs om de dubbelzellingbepaling in te voeren. Wanneer iemand reeds
heeft gebouwd dan dient hij niet nog een vergunning te krijgen.
De heer Goos vraagt hoelang dit voorbereidingsbesluit van kracht
moet blijven.
De voorzitter antwoordt dat dit met de P.P.D. is besproken. Bij indienin
bij de P.P.C. zal het bij voorrang worden behandeld. Daarna kan de raad
zijn visie erover uitspreken.
De heer Goos merkt op dat er dan niet behoeft gebouwd te worden
ingevolge de artikelen 19 WRO jo. 50 Woningwet.
De voorzitter merkt op dat de voorbereidingsfase eerst is verstreken
nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden.
De heer Daemen zegt dat momenteel het oude bestemmingsplan nog van
kracht is. Indien een bouwaanvrage binnen komt dat tegen het oude plana
is dan kan toch worden geweigerd.
voorzitter antwoordt dat de huidige aanvrage niet in strijd is met
het oude plan.
De heer Mart ens vraa,gt wanneer dit voorbereidingsbesluit verschijnt in
de pers.
De voorzitter antwoordt dat het besluit in werking treedt op
16 mei 1978. Voor die tijd wordt het gepubliceerd in de pers en staats
courant