De ,VQ01 tj.e-r antwoordt dat n.a.v. problemen rond de bijgebouwen
momenteel overleg gaande is met de stedebouwkundige en te zijner tijd
zal de raad een wijziging van de bestemmingsvoorschriften worden aan
geboden.
De 2e vraag gaat over de nieuwe woningwetwoningen.
De voorzitter antwoordt dat de nieuw geplande woningwetwoningen een
moeilijke zaak is. Aanvankelijk was een toezegging voor het derde
kwartaal 1978, Haar bij de definitieve toewijziging zijn deze verschoven
naar het eerste kwartaal 1979» Dat houdt in dat deze woningen gereed
zijn in 1980. Dat betekent dat in 1977, 178 en 1979 geen woningwet
woningen gebouwd worden.
Daarop is gereageerd bij Volkshuisvesting, maar daarover is nog geen
bericht ontvangen.
De 3e vraagt gaat over de verharding van de achterpaden.
Wethouder van Kui.ick antwoordt dat de verharding is vertraagd door de
weersomstandigheden, maar ook omdat het juiste gereedschap niet aan
wezig was. Sr dient hiérbij een mechanische kruiwagen te worden gebruikt.
Volgende week moet er worden begonnen.
De 4e vraag handelt over parkeerhaven in de Irenestraat.
De wethouder antwoordt hierop dat gebleken is dat de bestaande par
keerplaatsen in de Irenestraat nog te weinig gebruikt worden.
Mocnt blijken dat deze parkeerplaats goed wordt gebruikt dan is
de gemeente bereid de afgesproken parkeerplaats aan te leggen.
De neer van den Bemd merkt op dat er duidelijk in de raadsvergadering
waarbij de verkeersmaatregelen zijn behandeld, is afgesproken dat
er een parkeerplaats in de Irenestraat zou worden aangelegd.
De voorzitter antwoordt indien noodzakelijk Hij verwijst naar de
parkeerplaats in de Frankenbergstraat
De heer van den Bemd ontkent dat in de Frankenbergstraat de parkeer
plaats niet wordt gebruikt.
De 5e vraag gaat over de plaatsing van de dorpsplattegronden.
Wethouder Nooren antwoordt dat inderdaad is beloofd dat dit in de
commissie openbare werken zou worden gesproken. Dit is niet gebeurd.
Hij is bereid de commissie hierover alsnog te horen.
De heer van den Bemd wenst nog te reageren op de toegezonden schriftelijke
antwoorden. Hij wil voorstellen dat nog eenmaal iets wordt gedaan
aan het wegdek van de Boomkensevaart. Er is sprake van een gegroeide
verhouding tussen gemeente en bewoners inzake het onderhoud. Hij wil
niet een abrupt einde maken aan het onderhoud nog eenmaal
onderhoud plegen en mededelen dat het in de toekomst voor de bewoners is.
De voorzitter antwoordt dat het hier gaat over onderhoud van de
particuliere wegen en dat hiervoor een krediet moet worden gevoteerd.
Dit moet ook worden goedgekeurd door gedeputeerde staten. De gemeente
is bereid met die mensen te onderhandelen op basis van redelijkheid.
Dat willen zij niet waardoor zij ook het onderhoud moeten plegen.
De heer van den Bemd is het niet eens met het gestelde over de subsidies
aan N.K.V. en K.V.O. Hij vindt dat men om de hete brij heendraait»