De heer Kennis wil er toch zeker van zijn dat de Boerendag geen com
merciële instelling wordt.
De voorzitter antwoordt dat dit van gemeentewege. Sliet de bedoeling is.
De heer Kennis is van oordeel, dat het een intense samenwerking moet
blijven met de veefokkers.
De voorzitter zegt dit toe.
De heer Jochems zou het comité in overweging willen geven om het
initiatie! dat hij indertijd heeft genomen, maar dat jammerlijk is
mislukt, toch eens te proberen om de burgers eens naar de boerderij
te trekken om ook de moderne methoden te laten zien. Het is gebleken
dat voor oude dingen veel belangstelling bestaat, Gaar üij zou
gaarne zien dat vanuit het dorp ook belangstelling zou bestaan voor
de nieuwe dingen op de boerderij.
De voorzitter is eveneens van oordeel dat ook dat initiatief nogmaals
aandacht verdient.
26. TOEVOEGING AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN BEHORENDE. BIJ. HET BESTEMMINGfi-
PLAN BUITENGEBIED IN VERBAND MET DE GEWIJZIGDE PLANKAART.
De heer Daemen vraagt n.a.v. de omschrijving op pag 2, bosgebied-
houtopstanden of er geen tikfout staat "Tiggeltsestraat-Hooibergstraat".
De voorzitter antwoordt dat dit Tiggeltsebergstraat moet zijn. Dit is
inmiddels ontdekt.
De heer Daemen vraagt de betekenis van op pagina 100a nr 2, de oppervlakte
van het bouwperceel 1 h.a. en ten hoogste 2 h.a. bedraagt.
De voorzitte_r merkt op dat het hier gaat over een perceel op afstand
waar geen woningen mogen worden gebouwd. Het betreffen hier zuiver
opstallen. Bij een groter perceel valt men onder een ander artikel.
De heer Vogels begrijpt niet waarom de nieuwe rijksweg een probleem is
terwijl in de raadsvergadering van 15 december 1977 de juridische
adviseur gesteld heeft dat er geen problemen waren.
De voorzitter antwoordt dat de adviseur dit toch wel heeft herroepen.
Men zit met de schadevergoeding ingevolge de artilelen *+9 en 50 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening. Gesteld is dat vooraf een regeling
dient te worden getroffen. Aan de minister van Verkeer en Waterstaat
is geschreven of hij voor 1 februari 1978 zou kunnen berichten of het
rijk eventuele schade voor zijn rekening neemt, anders zou de weg
worden afgevoerd. De minister heeft niet gereageerd, waardoor de vier
bezwaarschriften gegrond worden verklaard. De weg wordt er niet op
geplaatst en alles blijft zoals het nu is. Dan moet rijkswaterstaat
bezwaren bij gedeputeerde staten indienen. Dat was ook de geest vaa
het raadsvoorstel. De manier waarop is in die vergadering door de
juridische adviseur later herroepen.
De voorschriften worden nader aangevuld.
27. SCHRIFTELIJKE VRAGEN INGEVOLGE HET REGLEMENT VAN ORDE.
Sr zijn schriftelijke» Vragen ingediend door de heren Jochems, Martens en