- 11 -
De heer Jocheras vraagt hoe de overdracht van deze waterlopen aan het
Waterschap zal geschieden.
De voorzitter antwoordt dat de gemeente sen aanbieding heeft ontvangen.
Maar de prijs is veel te hoog. Als deze prijs zo blijft, zou het wel
eens mogelijk zijn dat het onderhoud goedkoper door de gemeente kan
geschieden.
Het gevraagde krediet wordt toegekend.
12. AANBRENGEN VAN 5EN OPENBARE VERLICHTING IN DE HOEFSTRAAT EN DE
ETTENSEWEG. ALSMEDE VASTSTELLING VAN DE the WIJZIGING VAN DE BEGROTING
VAN DE ALGEMENE DIENST 11978.
De heer Daemen gaat direct akkoord met het aanbrengen van een verlichting
in de Hoefstraat. Wat de Ettenseweg betreft heeft hij geen moeite dat
er gestreefd wordt naar een betere verlichting, maar wel met het
beschikbaar stellen van het gevraagde krediet. Hij zou liever eerst een
plan ontvangen, waarin wordt opgenomen wegen waar geen of een zeer
beperkte verlichting aanwezig is. Dit mede naar aanleiding van het
verslag van de commissie van openbare werken.
Hij geeft voorbeelden van wegen, waar geen verlichting is: Vervul 1,2 km
Hellegat 1,5 km, Kaarschot km 10 lichtmasten; Scholbergstraat 700 m
slechts 1 mast Nieuw-Ginnekensebaan 1 km geen raast.
Hij vraagt waarom niet de uitspraak van de commissie van openbare
werken is gevolgd.
De voorzitter antwoordt dat volgens het verslag de commissie van oordeel
is dat alle wegen buiten de bebouwde kom bekeken dienen te worden op
het plaatsen van lichtmasten. De uit de reconstructie van de Hoge- en
Lagestraat afkomstige lichtmasten zullen geplaatst worden in de
Hoefstraat. Met dit voorstel kan de commissie zich Verenigen evenals
met het totaal nieuw verlichtingsplan voor de Ettenseweg tot de grens
van het grondgebied met de gemeente Etten-Leur. Voorstellen zullen de
eerstvolgende vergadering op de agenda worden geplaatst.
De heer Daemen betoogt dat de Hoefstraat en de Ettenseweg op de
agenda staan, maar de rest staat niet op de agenda.
De voorzitter betoogt dat de Ettenseweg niets te maken heeft met het
verlichtingsplan buitengebied. Dit is een doorgaande weg wat een
andere urgentie heeft.
De heer Daemen vraagt of er na goedkeuring nog geld over is voor ver
lichting van andere wegen.
De voorzitter antwoordt dat er nog geld is, maar hoeveel kan hij niet
zeggen. Dit hangt af van het verlichtingsplan buitengebied, dat nog
gemaakt moet worden. Bij verlichting van wegen moet men het niet of
goed doen.
De heer Daemen zou wel gaarne weten wat het andere wensenpatroon zou
gaan kosten.
De voorzitter merkt op dat de Ettenseweg na de St-Bavostraat de drukste