- 31 - De voorzitter antwoordt dat de kavelprijs voor de woningwetwoningen door het rijk wordt vastgesteld. De bouwprijs wordt via een curveprijs samengesteld, maar daar komt men niet achter hoe dit door volkshuisvesting geschiedt. De heer Jochems vindt dat dit alternatief moet doorgaan, anders worden deze 14 woningen in mindering gebracht; en raakt men nog verder van huis. Maar het zijn enorme dure huizen. De heer van den Bemd vraagt indien men met een ander type woning komt, dat dan de huurprijs beneden 400,00 komt te liggen. De voorzitter antwoordt dat dit nu niet meer kan omdat men dan in 1979 terecht komt. Overigens zit men vast aan het bestemmingsplan. De heer van den Bemd vindt het niet verantwoord een huurprijs van 500,00 per maand te berekenen. De voorzitter antwoordt dat men anders de woningen niet bouwt. Overigens er zijn er zes in een rij in de Lange Tiende. Hij hoopt dat deze woningen bewoond worden door doorstromers. De heer Goos vraagt of deze zes woningen niet gereserveerd kunnen worden voor 1979. De voorzitter antwoordt dat de aannemer alle 14 woningen bouwt of niet. De heer Verpaalen vraagt of de gemeente niet de eisen te hoog heeft gesteld voor deze nieuw te bouwen woningen, waardoor de gemeente deze woningen niet gebouwd kan krijgen voor de overeengekomen huur. De voorzitter antwoordt dat dit niet het geval is, immers volkshuisvesting stelt ook eisen. Hij citeert uit het blad Bouwwereld, dat in 1977 verlies op de woningwetbouw werd geleden van 3171,00 per woning. Twintig grote aannemers bouwen geen woningwetbouw. Het lukt niet om in Rijsbergen met 14 woningen rond te komen. Vervolgens worden zes kavels grond voor premiebouw verkocht aan Gebam te Rijswijk ZH, alsmede de begrotingswijzigingen vastgesteld. 33. SCHRIFTELIJKE VRAGEN INGEVOLGE HET REGLEMENT VAN ORDE. Er zijn schriftelijke vragen ingediend door de heer van den Bemd. De voorzitter merkt op, dat het helaas niet mogelijk is om deze thans te beantwoorden. Hij zal de antwoorden schriftelijk doen toekomen. De heer Jochems komt terug op het antwoord op zijn ingediende schriftelijke vragen. Op vraag 1 inzake doortrekking van het brandslootpad tot aan de Koutershof is hij het niet eens met de stelling om de kinderen te adviseren om te voet van de Hofdreven tot de stoplichten bij de scholen te laten lopen. In praktijk is dit niet haalbaar. Bestaat de mogelijkheid,gezien de urgentie, om tot onteigening over te gaan van de gronden om daardoor de aanleg van het Brandslootpad tot de Koutershof mogelijk te maken.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1978 | | pagina 183