De heer Kennis merkt t.a.v. punt g op, dat de rijvereniging een droog terrein neeft gehad. Men is blij geweest met het terrein in de Risten. Dit terrein ia goed in orde gemaakt, maar de grondslag is zodanig, dat aeze voor dergelijke intensieve sport niet geschikt is. V/as het terrein niet aan de te krappe kant dan zou het niet zo intensief worden bespeeld. Hij stelt voor te overwegen tot ruiling van de gronden over te gaan. Hijis van oordeel dat ook de rijvereniging hieraan zou moet< denken. Het terrein is goed indien het niet te intensief wordt bespeeld, is dit wel het geval dan zal het nooit voldoen omdat de grondslag daaraan niet voldoet. De voorzitter antwoordt de heer Jochems dat het bestuur van de rijverenig- mg met drie personen bij hem en wethouder van Kuijck is geweest en heeft toen gesteld dat men zeer tevreden was over het terrein. Dat de inzichten later wijzigen kan, maar hij vindt de brief op zijn minst onvriendelijk. J De heer Goos is van mening dat de problemen rond het ponijterrein ontstaan zijn door de snelle toename van het ledental. Ook hij is van oordeel, dat op korte termijn met het bestuur dient gesproken te worden. Daarnaast; kan hij de woorden van de heer Kennis ondersteunen. Wethouder van Kuijck antwoordt; alhoewel het niet een vleiend schrijven is, dat de rijvereniging heeft bedoeld te stellen dat er iets mis was. Het gemeentebestuur heeft alleen getracht aan de rijvereniging een zeer goe& veld te geven. In samenwerking met het bestuur is gezocht naar een terrein, dat in eigendom bij de gemeente was en dat was het terrein achter de Risten. Toen aan de Heidemij opdracht werd verleend werd er duidelijk gesproken van een ponyterrein. In die tijd waren er bij de rijvereniging ook bijna uitsluitend pony's. De pony's rijden in kleinere ringen dan grote paarden. De grote paarden zijn er later bijgekome De grote paarden zijn er later bijgekomen. Daarbij komt ook dat alle paarden zowel pony's als grote paarden tegelijk op het veld aanwezig zijn. Gezien de omliggende gemeenten is het in Rijsbergen niet slecht. De wethouder geeft toe dat de rijvereniging mom-nteel een enorme groei doormaakt. De brief is voor het gemeentebestuur aanleiding met het bestuur naar een oplossing te zoeken om de noodsituatie te trachten op te lossen. De wethouder heeft reeds gesprekken met de contactpersonen van de rij- vereniging gevoerd. De wethouder geeft een overzicht van de realisatie van het terrein en het overleg met het bestuur. Het heeft hem overigens wel bevreemdt dat de Heidemij de structuur van de grond als goed heeft beoordeeld. Overigens heeft de Heidemij nog verbeteringen aangebracht. Daarnaast is de rijvereniging tegen de afspraken in te vroeg op het terrein gaan rijden. Een pasklare oplossing kan de wethouder momenteel ook niet aanbieden, waardoor de rijvereniging voorlopig van het terrein gebruik zal moeten maken. De verdachtmakingen in de brief aan het adres van de gemeente waarom men van het terrein aan het sportpark diende te verdwijnen wijst de wethouder met klem van de hando De heer van Aert hoopt dat met het bestuur van D.E.S. kan worden gespro ken, waardoor voor beide partijen tot een oplossing kan worden gekomen. Wethouder van Kui.ick blijft bereid tot een gesprek. Er is misschien wat te haastig gehandeld, overigens steeds in overleg met de vereniging. Evenwel waren er toen twee besturen een voor de pony's en een voor de rijpaarden,wat wellicht tot communicatiestoornissen heeft geleid.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1978 | | pagina 17