De heer Jochems vraagt ten aanzien van post 496 wie van de plaatselijke raad met het toezicht is belast. De voorzitter antwoordt dat met de WSW hierover is onderhandeld. Er zal een kok moeten komen, er zullen hulpbeheerders en schoonmakers moeten komen. De plaatselijke raad zal het gaan beheren. Voor de WSW moet er echter een projektleider worden aangesteld. Dit kan van het open bejaardenwerk iemand zijn of van de gemeente. De heer Jochems vergelijkt de plaatselijke raad voor gekoördineerd bejaardenwerk met de Alberingstichting. De voorzitter antwoordt dat de Alberingstichting het bestuur van de Koutershof is, maar bij het dienstencentrum blijft de eigendom bij de gemeente, maar het gekoördineerd bejaardenwerk wordt gevraagd de taak uit te voeren waarvoor het gebouw is gesticht. De heer Verpaalen merkt op dat de voorzitter zegt dat in WSW-verband een kok wordt aangetrokken, maar in de toelichting staat behoudens de kok. De voorzitter antwoordt dat de situatie toen niet bekend was. Hij hoopt echter dat de kok in WSW-verband kan worden aangetrokken. De heer van den Bemd stelt over post 408 dat indertijd inzake de WAO- vereniging is afgesproken dat indien nodig meer subsidie zal worden verstrekt. De voorzitter antwoordt dat het collegeverslag is gevolgd. Indien nodig kan er overigens opnieuw een verzoek worden ingediend. Hoofdstuk X: geen opmerkingen Hoofdstuk XIgeen opmerkingen Hoofdstuk XII:geen opmerkingen HoofdstukXIIIgeen opmerkingen Hoofdstuk XIV: geen opmerkingen Kapitaaldienstgeen opmerkingen De begroting van de algemene dienst 1979 wordt daarna vastgesteld. De heer Verpaalen vraagt in het vervolg ook de pagina's van de bijlagen te nummeren. De voorzitter zal dit doorgeven. De voorzitter besluit dit agendapunt door iedereen te bedanken voor het werk dat aan de samenstelling van de begroting is besteed. 19 SCHRIFTELIJKE VRAGEN INGEVOLGE HET REGLEMENT VAN ORDE. Er zijn schriftelijke vragen binnengekomen van de heren van den Bemd en Jochems De vragen van de heer Jochems zullen schriftelijk worden beantwoord, daar deze laat zijn binnengekomen en de voorzitter niet in de gelegen heid was nog hierop een antwoord te kunnen geven. De vragen van de heer van den Bemd worden aan de orde gesteld. De eerste vraag gaat over de slechte toestand van enkele macadam-wegen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1978 | | pagina 150